In de Betuwe wonen opvallend veel patiënten met de ziekte van Parkinson. Deskundigen leggen de link met jarenlang pesticidengebruik in deze streek van telers en kwekers. De onrust over de ‘parkinson-pandemie’ in de streek groeit. Daarover schrijft De Gelderlander.

Zorgverleners zoals fysiotherapeuten en huisartsen trekken aan de bel. “Ik weet zeker dat als je een kaart over Nederland zou trekken dat de brandhaarden van parkinson in de traditionele land- en tuinbouwgebieden liggen, zoals de Betuwe en de bollenstreek in Zuid-Holland,” zegt een fysiotherapeut in Angeren tegen De Gelderlander. Hij wijt het hoge aantal parkinsongevallen in zijn regio aan het pesticidengebruik in de land- en tuinbouw.

De Gelderlander sprak er meer dan dertig boeren, tuinders, omwonende en voormalig vakantiekrachten. Zij praten over hun herinneringen over onwel worden na het spuiten en het dagenlang letterlijk geel zien van het gif.

Betuwse fysiotherapeuten zien een duidelijke groei in patiëntenaantallen en leggen voor het eerst openlijk in toenemende mate ook de link met het tuindersverleden van patiënten. Hoewel er onvoldoende bewijs is om per individueel geval te zeggen dat parkinson door blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen komt, is uit onderzoek wel duidelijk dat boeren en tuinders als groep twee tot tweeënhalf keer zoveel kans hebben op parkinson, vertelt een neuroloog.

De Nederlandse Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) vindt dat in de discussie over gewasbeschermingsmiddelen “feiten en meningen regelmatig door elkaar heen lopen” en wijst op de bestaande strenge toelatingseisen. Wel zegt de belangenvereniging in te zetten op minder chemische bestrijdingsmiddelen en zich zorgen te maken over nieuwe signalen dat een mix van gewasbeschermingsmiddelen mogelijk het risico op neurologische aandoeningen als parkinson kan vergroten. “Als blijkt dat middelen risico’s opleveren, dan zijn ook wij van mening dat deze middelen onmiddellijk uit de markt gehaald moeten worden,” zegt een woordvoerder.