Vorig jaar vonden er op het spoor 22 zware ongevallen plaats waarbij elf mensen om het leven kwamen, vijf zwaargewond en zeven lichtgewond raakten. Dertien van de zware ongevallen vonden plaats op een spoorwegovergang. Het aantal ongevallen en slachtoffers was hoger dan in 2020 toen er acht dodelijke slachtoffers te betreuren waren. Dat meldde de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Volgens de ILT kunnen door verbeteringen nieuwe slachtoffers voorkomen worden.

Overwegen
De meeste ongevallen en slachtoffers op het spoor zijn gerelateerd aan overwegen. Bij dertien ongevallen vielen negen dodelijke slachtoffers. Overwegveiligheid blijft daarom een belangrijk aandachtspunt, aldus de ILT. Er worden in 2021 65 overwegen opgeheven en vijf onbewaakte overwegen, omgebouwd naar een beveiligde variant met lichtsignalen en/of spoorbomen.

Eind 2021 telt Nederland zo’n 2300 overwegen, waarvan zijn er ruim 600 nog onbeveiligd zijn.

Rood sein
In 2021 passeerde een treinmachinist 105 keer zonder toestemming een rood sein, dit is tien keer meer dan in 2020, maar blijft in lijn met het aantal rood-seinpassages in de jaren ervoor. 21 keer (20%) werd daarbij het gevaarpunt (bijvoorbeeld een overweg of wissel) gepasseerd, wat een risico op een ongeval betekent.

Een goede vergelijking tussen de resultaten van 2021 en 2020 is niet te maken omdat er in 2020 minder treinverkeer en ook minder weggebruikers waren vanwege de Covid-19-pandemie. Het spoorwegverkeer nam in 2020 met 8 procent af. Inmiddels is het aantal treinkilometers weer deels hersteld met een groei van ruim 5 procent, meldt de ILT. Het Nederlandse spoor is volgens de inspectie een van de veiligste in Europa.

De ILT zegt onder meer ProRail aan te sporen “proactief maatregelen te blijven nemen om de veiligheid van de infrastructuur te verbeteren”. De inspectie houdt de voortgang hiervan in de gaten.