De vraag naar serieuze hulp om te stoppen met roken, is in zes jaar tijd geëxplodeerd. Twaalf keer zoveel mensen als in 2012 riepen vorig jaar de hulp van hun zorgverzekeraar in om een cursus te volgen of medicatie te kunnen gebruiken tegen hun rookverslaving. 

Dat blijkt uit gegevens van drie grote verzekeraars. Ook het Trimbos Instituut ziet dat steeds meer rokers een poging doen om van hun verslaving af te komen.

Antirookcursussen en -medicatie worden vergoed vanuit de basisverzekering. Zo’n veertigduizend mensen die verzekerd waren bij VGZ, CZ en Menzis maakten daar afgelopen jaar gebruik van. In 2012 waren dit nog geen 3200 rokers.

Cursus
Vermoedelijk ligt het aantal rokers dat vorig jaar serieuze hulp zocht nog veel hoger, aangezien de drie verzekeraars samen 57 procent van de markt in handen hebben en dus geen zicht hebben op alle hulpvragen. Uit onderzoek blijkt dat 20 tot 30 procent definitief stopt met roken na een antirookcursus . Dat is veel effectiever dan een eigen poging waarbij dit maar 5 procent van de stoppers lukt. 

Ook het Trimbos Instituut ziet dat elk jaar meer rokers van hun verslaving af willen. Vorig jaar deed 37 procent een stoppoging. Vier jaar eerder was dit 34 procent. “Snel gaat het dus niet, maar het is wel goed nieuws”, zegt Marc Willemsen, wetenschappelijk directeur tabaksontmoediging bij het Trimbos Instituut. Ondanks de positieve trends is er nog een enorm terrein te winnen, stelt hij. Nederland telt 3,1 miljoen rokers, waarvan 465.000 zware rokers. De laatste groep rookt meer dan twintig sigaretten per dag. In 2001 waren dat 4,5 miljoen gewone rokers waarvan 1,3 miljoen zware paffers.

“Ongeveer één miljoen rokers doen elk jaar een poging, maar de meesten doen dat op eigen houtje. Soms stoppen ze alleen 24 uur om te testen hoe dat voelt.” Het antwoord laat zich raden: waardeloos.

Eigen risico
Willemsen denkt dat pas vanaf januari 2020 écht veel verstokte rokers bij de verzekeraar zullen aankloppen voor hulp. Dan betaalt de roker niet langer eigen risico (385 euro) voor een cursus of medicatie, wat de meeste zorgverzekeraars nu nog wel in rekening brengen. “Die paar honderd euro is een drempel om serieuze hulp in te schakelen. Veel mensen kunnen dat niet betalen.’’

“Dat die 385 euro niet zelf meer betaald hoeft te worden, kan net het laatste zetje zijn. Je kunt wel zeggen: dan moeten ze het geld dat ze normaal aan tabak uitgeven maar in hun cursus steken, maar zo werkt dat niet bij een verslaving’’, vervolgt hij. “We weten inmiddels dat het heel moeilijk is om van de sigaretten af te komen.” Gemiddeld hebben rokers vijf a zeven pogingen nodig om definitief te stoppen.

Willemsen vindt dat de verzekeraars dan ook de hulp bij meerdere pogingen per jaar zou moeten vergoeden. “Hoe sneller de roker na een mislukte poging weer opnieuw de sprong waagt, des te beter. Op den duur scheelt dit de verzekeraar heel veel kosten die ze normaal aan gezondheidsklachten van rokers kwijt is.”

Levensverwachting
Het Trimbos en het CBS brachten in 2017 harde cijfers naar buiten. Uit onderzoek onder 40 duizend Nederlanders bleek dat een op de vier zware rokers overlijdt vóór zijn pensioen. Hun levensverwachting is gemiddeld 13 jaar korter dan dat van niet-rokers. De belangrijkste doodsoorzaken waren longkanker en andere kankers. Ook matige rokers (minder dan 20 sigaretten per dag) verloren 9 levensjaren vanwege hun verslaving.

Kettingrokers die de hele dag doorpaffen zijn er steeds minder, zegt Willemsen. “Probeer het maar eens – meer dan een pakje op één dag. Dat is bijna ondoenlijk, nu je niet meer op het werk en het openbaar vervoer mag roken.”

Een verstokte roker heeft vaak niet genoeg aan een antirookcursus, vertelt hij. Die kan baat hebben bij medicijnen, zoals Zyban, die de hunkering naar nicotine verminderen. Bekende hulpmiddelen zijn ook nicotinepleisters en –kauwgum.

De zorgverzekeraars vergoeden alleen cursussen en hulpmiddelen die geregistreerd staan in het Kwaliteitsregister Stoppen Met Roken. De antirookcursussen moeten bewezen effectief zijn en ten minste vier momenten aanbieden waarop de behandelaar en verslaafde contact hebben, zodat de roker zich gesteund voelt tijdens de stoppoging.

Allen Carr
Hoogleraar gedragswetenschappen Arie Dijkstra van de Rijksuniversiteit Groningen probeert al jaren de Allen Carr-methode in het kwaliteitsregister te krijgen. Dit is een wereldberoemde methode van de Britse accountant Allen Carr, die zelf ooit honderd sigaretten per dag rookte. In een 6-uur durende sessie worden de mechanismen uitgelegd die een roker doen roken. De conclusie: roken voelt alleen goed omdat je daarmee een verslaafd lichaam voedt. Die ontnuchterende kijk moet de verslaafde zelf doen beslissen om te stoppen, zonder trucjes of medicatie.

Dijkstra deed vier jaar onderzoek naar de methode. De rokers die de Allen Carr methode volgden hadden een bijna vier keer zo grote kans hadden om na 13 maanden gestopt te zijn met roken dan de rokers die op een andere manier wilden stoppen. “Ik zegt niet dat Allen Carr de beste antirookcursus is, maar bewezen effectief is hij zeker.”

Zorgverzekeraar Menzis wacht de eventuele aanpassing in het kwaliteitsregister niet langer af en vergoedt vanaf deze maand de Allen Carr methode volledig. 

(Bron: AD)