August Van was in januari op de kop af 25 jaar advocaat. Hij trad op voor eisers in een aantal spraakmakende zaken, zoals de tabaksclaims, legionellaclaims, Implanonclaims en de Taxibuszaak, en is een bekend persoon in de letselschadebranche. “Ik kreeg leuke reacties, onder anderen van een aantal vakgenoten. Met bedankjes voor de prettige samenwerking. Dat doet een mens goed. En het is belangrijk, want letselschades regel je nooit in je eentje.”
Door Martijn van Driel
Het was een lichtpuntje in coronatijd. “Voor mij is het een saaie tijd,” zegt August Van. “Het thuiswerken begint wel te vervelen. Vooral het gebrek aan echt contact. In het begin heb ik m’n collega’s wat meer gebeld, omdat ik ze niet meer tref op kantoor, maar na een tijdje wordt dat ook weer minder. Ik heb meer contact met mensen van wederpartijen dan met m’n eigen collega’s.”
Afgekeurd
August studeerde in 1988 af aan de Rechtenfaculteit van de Erasmus Universiteit. Hij zou daarna in militaire dienst gaan en koos er voor de officiersopleiding te gaan doen. Maar in het voortraject werd hij alsnog afgekeurd. “Mijn ogen waren kennelijk te slecht. Ik had dat helemaal niet verwacht, dus er viel plotseling een gat. Toen kreeg ik van de Erasmus het aanbod om daar te werken als onderzoeker. Dat kwam als geroepen.”
Hij promoveerde in 1995 op de juridische gevolgen van milieuschade en gezondheidsschade door blootstelling aan gevaarlijke stoffen. “Daarbij spelen veel causaliteitsproblemen, want wie is er precies verantwoordelijk en juridisch aanspreekbaar? Daar was nog weinig jurisprudentie over, dus ik moest in mijn onderzoek buurten op andere terreinen, waaronder letselschade. Daar is mijn affiniteit met de letselschadepraktijk ontstaan.”
Briefje
Toen hij in 1996 advocaat werd, trad hij in dienst van Beer advocaten. Hij was destijds de zevende advocaat van het kantoor, dat inmiddels 16 advocaten telt. “John Beer was m’n patroon. Toen ik startte was hij net een weekje met vakantie. Er lag een dik dossier op m’n bureau, met een briefje: ‘schrijf jij een memorie van grieven voor de aankomende procedure?’ Ik had nog nooit een processtuk geschreven, maar maakte er het beste van. Als je in het diepe wordt gegooid, leer je razendsnel zwemmen. John zal trouwens na terugkomst vast nog het nodige veranderd hebben aan dat stuk.”
De rol van slachtofferadvocaat was een bewuste keuze van August. “Het paste bij de manier waarop ik in het leven stond en nog steeds sta. Ik was altijd al erg sociaal ingesteld. Ik wil me inzetten voor kwetsbare mensen om te helpen hun toekomst veilig te stellen. In mijn baan kun je dat compromisloos doen. Dus die rol past me heel goed.”
Naast zijn werk als advocaat is August al twintig jaar universitair docent privaatrecht aan de VU Law Academy. Ook daar is vanwege corona al lange tijd weinig te beleven. Het stemt August treurig. “Normaal bruist het bij de VU van jewelste. Maar nu is het behoorlijk troosteloos. De lessen die ik geef zijn populair onder studenten, omdat ze rechtstreeks uit de letselschadepraktijk komen. Maar het is zo lastig om het via Zoom net zo goed over te brengen. Colleges worden zo nu en dan wel op locatie gegeven, maar met heel weinig studenten in heel grote zalen. Voor mij is het minder leuk, maar voor de studenten is het echt heel slecht nu.”
Leven vol risico’s
August geeft de studenten les in het aansprakelijkheidsrecht, als onderdeel van het bredere vakgebied verzekeringsrecht. “Die twee kun je niet los van elkaar zien. Het begint in het verzekeringsrecht. Dat is erop gericht om risico’s af te dekken. Dat is heel belangrijk, want het leven is vol risico’s. Zonder verzekeringen kan een samenleving niet goed functioneren. Het aansprakelijkheidsrecht gaat vervolgens in op de situatie dat een ander voor de schade verantwoordelijk is. Dan wordt het nog interessanter. We werken wat mij betreft in een veelzijdig en spannend vakgebied. Je raakt niet gauw uitgepraat.”
Allrounder
Van 2001 tot 2008 werkte August bij SAP Letselschade Advocaten. Hij keerde daarna weer terug op het oude nest. “Ook bij SAP heb ik heel prettig gewerkt. Maar om persoonlijke redenen was het beter om weer in Amsterdam te gaan werken, dichter bij huis. Daarom ben ik teruggekeerd naar Beer advocaten.”
Er is niet één specifiek type letselzaken dat August het liefst behandelt. “We zitten al in een niche, ik voel geen behoefte om me daarbinnen toe te leggen op één bepaalde soort zaken. Liever van alles wat: arbeidsongevallen, verkeer, medische missers, en andere vormen van aansprakelijkheid. Ik heb alleen nog geen vliegtuigzaken gedaan, maar verder is in 25 jaar ieder type letselschadezaak denk ik wel voorbij gekomen. Dat maakt me dus – in goed Nederlands – een allrounder.”
In het afgelopen jaar volgde August bij de VU Law Academy de Leergang Arbeidsrecht. “Ik vind dat ook een boeiend rechtsgebied waarin heel veel gebeurt. En het vertoont veel raakvlakken met de letselschade. Om er een paar te noemen: Welke verplichtingen hebben werkgevers en werknemers bij ziekte? Mag je een ontslagvergoeding verrekenen met het verlies aan verdienvermogen? Zijn flexwerkers werknemers in de zin van artikel 7:658 BW, met alle bescherming die daarbij hoort, of moeten ze zich zelf maar verzekeren tegen ongevallen? Daar zou iedereen die werkzaam is in de personenschade wel iets over moeten weten.”
Emotionele bankrekening
August is blij te constateren dat er in de letselschadepraktijk steeds meer oog is voor de psychische druk die slachtoffers ondervinden gedurende de schaderegeling. “Dat is een onderwerp dat dankzij onderzoek aan de VU, op initiatief van collega Arno Akkermans, hoog op de agenda is komen te staan. Hij introduceerde het begrip ‘emotionele bankrekening’ waarop het slachtoffer na verloop van tijd een roodstand gaat vertonen, naast de financiële gevolgen van het ongeval. Ik zie regelmatig benadeelden die dreigen er psychisch aan onderdoor te gaan. Dat moeten we met elkaar proberen te voorkomen.”
Het is goed om stil te staan bij de oorzaken van dit verschijnsel, vindt August. “We werken in een proces op tegenspraak. Daardoor krijgen benadeelden al snel het gevoel dat ze niet worden geloofd, dat er wordt getwijfeld aan hun integriteit. Dat leidt tot morele verontwaardiging: ik heb hier niet om gevraagd. Eerst wordt me letsel aangedaan door een ander, en nu dit ook nog. Dan wordt het al gauw een principekwestie. De hakken gaan in het zand. Het perspectief op een oplossing verslechtert. Het proces duurt lang. Zo kan een zaak makkelijk ontsporen en vastlopen.”
August benadrukt dat er geen sprake is van onwil. “Verzekeraars willen ook zo snel mogelijk afwikkelen. Het struikelblok is vaak een centenkwestie: de vaststelling van het verlies verdienvermogen. Je probeert vanuit het verleden een lijn te projecteren naar de toekomst. Hoe zou het leven van de benadeelde eruit hebben gezien zonder ongeval? Dat is een pijnlijke denkoefening voor de benadeelde. Zeker als er discussie ontstaat over waar die lijn uit zou kunnen komen.”
Mediation
August is een mediationopleiding gaan volgen om meer inzicht te krijgen in hoe dit proces beter te begeleiden. Inmiddels heeft hij al verschillende keren als mediator opgetreden. “Mediation is een goed middel om langlopende zaken op te lossen. Er is oog voor de emoties die bij een zaak komen kijken, waardoor deze minder in de weg zitten. Dan kun je over oplossingen gaan praten.”
Hij kan zijn bemiddelingsvaardigheden ook goed gebruiken in de zaken waarin hij als belangenbehartiger optreedt. “Wat kan helpen is om de blik te verplaatsen van het verleden naar het heden. Dan ga je met elkaar kijken: wat is er nu nodig? Welke kant wil de benadeelde op en wat kan hij nog? En wat is er nog nodig om dat voor elkaar te krijgen? Hoe kunnen we daarbij helpen? Dan ga je denken in oplossingen. Daar krijg je energie van.”
August vindt dat de benadeelde zelf een stem zou moeten hebben in de manier waarop zijn schadeafhandeling verloopt. “Het slachtoffer zou moeten kunnen kiezen: gaan we de schade regelen volgens een traditioneel model, namelijk schade vaststellen en uitrekenen, of volgens een herstelgericht model, waarbij we gaan werken aan nieuw perspectief. De ene benadering is niet beter of slechter dan de andere, maar het is wel goed om de benadeelde centraal te zetten bij het bepalen van de route. Daarmee voorkom je al een hoop gedoe.”
Alpe d’Huez
Na een dag hard thuiswerken, gaat August graag een rondje fietsen. En ook dat kan vanuit huis. “Op een fietstrainer met een groot scherm voor me rijd ik virtuele ritten over de hele wereld. Van de beklimming van de Alpe ‘d-Huez tot een rit over vulkanische hellingen op Hawaii. Daar heb ik veel plezier in.”
August hoopt wel dat het persoonlijke contact met studenten en collega’s spoedig weer kan worden opgepakt. “Die sociale kant van het leven wordt inmiddels al heel lang erg beperkt en dat is een groot gemis. We maken er het beste van zolang het moet. En misschien gaan we elkaar nog meer waarderen als samenkomen weer kan.”