Close-up…
Vijf jaar was ze. Met haar broers liep ze terug naar huis na een bezoek aan grootmoeder. Ze staken de Haagse Van Alkemadelaan over toen een enorme klap klonk, vlak achter hen. Alsof er iets ontplofte. Er was rook, vlammen zelfs. Twee auto’s waren hard op elkaar gereden. Er werd meteen om hulp geschreeuwd. Voor de kleine Geertruid was het te heftig, ze zette het op een rennen naar huis, terwijl haar broers op de gecrashte auto’s afliepen. Geertruid was in paniek en voelde zich schuldig. Haar broers waren gebleven om te helpen en zij niet. Toen ze thuis hoorde dat verkeersslachtoffers vaak juridische hulp nodig hadden, besloot ze later ‘atjekaat’ te worden.
Door Martijn van Driel
“Ik ben een kakker, dat is duidelijk,” zegt ze over haar achtergrond. De kwaliteiten die van haar een gewaardeerde advocaat en mediator maken, zijn haar met de paplepel ingegoten. Haar vader was hoogleraar aansprakelijkheidsrecht op de Vrije Universiteit Amsterdam en haar moeder was jeugdpsycholoog. Geertruid is in Den Haag geboren en getogen. Ze woonde er tot haar zeventiende, waarna ze een jaar studeerde aan een Amerikaanse universiteit (SUNY Binghamton) en vervolgens Rechten ging studeren in Leiden. “Ondanks een grote hoeveelheid juristen in de familie was dat voor mij geen vanzelfsprekendheid. Ik had ook interesse in de psychologie, de richting van mijn moeder. Én ik overwoog om het ambacht van prothese- en orthopedische hulpmiddelenmaker te kiezen. Ook dat leek me een prachtig vak waarmee je slachtoffers kunt helpen. Bij alle drie de keuzes was dat helpen de rode draad. De rechtenstudie zelf vond ik ongelooflijk saai. Maar het aansprakelijkheidsrecht in de praktijk is natuurlijk helemaal niet saai, integendeel.”
“In dit werkveld kom je veel leed tegen en dat raakt me diep, maar je kunt zoveel betekenen voor je cliënten”
Na haar afstuderen trouwde ze met een arts en was Geertruid klaar om een gezin te stichten. “Ik vond het eigenlijk wel prima en dacht: ‘ik ga wel voor het gezin zorgen en muziek maken, laat hem maar werken.’ Maar dat vond mijn vader geen goed idee. Hij zei: ‘probeer het één jaar, je wilt toch niet afhankelijk zijn?!’ En daarna ben ik altijd in de advocatuur gebleven.” Geertruid werkte zeven jaar bij Van Benthem & Keulen Advocaten in Utrecht. “Daar deed ik als advocaat-stagiaire en later als advocaat-medewerker zo’n beetje alle rechtsgebieden. Toen kreeg mijn toenmalige man een baan als KNO-arts in het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen en alle dokters moesten op een kwartier rijden van het ziekenhuis wonen. We zijn toen verhuisd en ik ben gaan werken bij Dirkzwager Advocaten in Arnhem. Daar behandelde ik letselschadezaken vooral aan verzekeraarszijde. In die periode zijn ook mijn drie dochters geboren. Eén van hen werd doof geboren en in de Randstad was betere zorg beschikbaar voor dove kinderen. We zijn daarom verhuisd naar Haarlem en ik ben bij Allan Overy Advocaten aan de slag gegaan. We werkten onder meer aan de schadeafhandeling van de Faro-ramp uit 1992. Ik onderhandelde daarover met mensen van Beer Advocaten die optraden namens een aantal slachtoffers van de ramp. Ik zag hun kwaliteit en toewijding en ik was meteen verkocht. Daar wil ik ook werken om slachtoffers te gaan bijstaan!”
Letselschade-advocaat en mediator
Het vak letselschade-advocaat is een bewuste keuze geweest. “In dit werkveld kom je veel leed tegen en dat raakt me diep,” aldus Geertruid. “Maar je kunt zoveel betekenen voor je cliënten. Wat is het geheim van succes? Het regelen van complexe schades bestaat voor 90% uit communicatie. Je probeert een gang naar de rechter te voorkomen, dus je moet de andere partijen zien te begrijpen en ook te verleiden om het gezamenlijk doel te vinden. Daarbij gaat het er vooral om het slachtoffer zo goed mogelijk te helpen met afgestemde begeleiding en hulp. Dit vak is maatwerk en doe je met je hart. Dat ligt mij heel goed. Mogelijk word ik om die reden regelmatig gevraagd als mediator. Het is fantastisch als een volledig vastgelopen zaak binnen een dag kan worden opgelost. Als mediator heb ik een andere rol natuurlijk, want dan beschouw ik beide partijen als m’n cliënten. Daarom ben ik ook geen lid meer van de ASP, want een mediator werkt niet uitsluitend voor slachtoffers.”
Een eigen kantoor in Haarlem
Vijftien jaar lang pendelde ze iedere werkdag van haar woonplaats Haarlem naar het kantoor van Beer Advocaten in Amsterdam, totdat het heen en weer gereis haar begon op te breken. In 2014 startte ze daarom met Evert Wytema haar huidige kantoor in Haarlem. “Het voelde goed om met Evert een kantoor te beginnen. We zijn op dezelfde dag beëdigd als advocaat, kennen elkaar van De Jonge Balie in Utrecht en deden ook gezamenlijk de beroepsopleiding. Bij Beer Advocaten waren we collega’s. We hebben altijd al een goede klik gehad. En we vullen elkaar aan. Evert is mister Deelgeschil en ik ben mrs. Mediation. Je kunt met dit kantoor alle kanten op.” Het statige Haarlemse kantoorpand van Van Wassenaer Wytema Letselschade advocaten & mediators heet Villa Vredenburgh. Inmiddels werken er vier advocaten en een vijfde is op komst. Daarnaast zijn er twee ondersteunende krachten, waarvan één de opleiding tot herstelcoach heeft afgerond en de ander het diploma Licht-letsel op zak heeft. “Alle mensen hier zijn bevlogen om onze cliënten zo goed mogelijk bij te staan,” aldus Geertruid. En dan is er nog Catootje, een 12-jarige Yorkshire terriër. Zij is niet alleen de trouwe mascotte van het kantoor, ze draagt ook écht haar steentje bij: “ze blaft als iets niet pluis is. En als iemand moet huilen, dan komt ze troosten. Ze is een echte hulphond!”
“Ik kan best je vriend zijn, maar niet met je trouwen. Want ik ben al met mijn cliënten getrouwd”
De meeste nieuwe cliënten worden doorverwezen door oud-cliënten. “Mond-tot-mond reclame is super, maar daar kan het niet bij blijven. Daarom doen we ook aan sociale media, bijvoorbeeld via ons Instagram-account ‘Letseladvocaat’. Zo proberen we met name jonge mensen te bereiken.” Op Instagram is ook het account ‘Wassenaersebeelden’ te vinden, dat in het teken staat van een ander talent van Geertruid, namelijk het maken van prachtige bronzen beelden. In de spreekkamer van haar kantoor staat ‘De Hoffelijke advocaat’ en in haar kamer een bronzen portret van één van haar dochters. Ook maakt Geertruid graag beelden van dieren. “het maken van beelden doe ik al vele jaren. Soms ook voor advocatenkantoren of andere bedrijven. Het is een mooie manier om het leed van de wereld even van je af te zetten. Schoonheid is een troost voor pijn.”
LSA-voorzitter
Van 2016 tot 2018 was Geertruid voorzitter van de LSA. “Dat was een leerzame periode. Ik had al de nodige bestuursfuncties vervuld, maar altijd als secretaris of penningmeester. Als voorzitter moet je aansturen en voorop lopen. Dat ligt niet in mijn aard, ik ben meer iemand die graag meedoet en uitvoert. Maar ik ben dapper geweest en heb deze taak op me genomen. Heel trots ben ik op drie wapenfeiten uit die periode. Allereerst de extra aandacht die er is gekomen voor het belang van de communicatieve vaardigheden van de advocaat. Ook de lobby voor de vrijstelling van de vermogensrendementsheffing over de letselschadevergoeding. Én natuurlijk de succesvolle behandeling van het wetsvoorstel Affectieschade in de Eerste Kamer. Samen met het Verbond van Verzekeraars, de ANWB en Slachtofferhulp Nederland is het de gelukt om de dames en heren senatoren ervan te overtuigen dat de slachtoffers van affectieschade deze vorm van erkenning echt nodig hebben.” Minder enthousiast was ze over een steeds terugkerende discussie bij De Letselschade Raad. “Iedere bijeenkomst opnieuw werd me gezegd dat advocaten zich toch maar beter konden aansluiten bij de diverse richtlijnen, zoals de Gedragscode Behandeling Letselschade. En iedere keer moest ik zeggen: ‘nee, een advocaat is partijdig, dat hoort bij zijn functie. Die kan geen afspraken maken met andere partijen dan de cliënt.’ Of dan zei ik tegen een meneer van een verzekeraar bijvoorbeeld: ‘ik kan als advocaat best je vriend zijn, maar ik ga niet met je trouwen. Want ik ben al getrouwd met mijn cliënt. En trouwen met nog een partner is helaas tegen de wet.’ Je wordt creatief als je steeds hetzelfde verhaal moet vertellen.”
Terug in Den Haag
Nog steeds maakt Geertruid deel uit van de redactie van het ANWB-tijdschrift Verkeersrecht. “Heel fijn is dat, al is het alleen maar om weer in Den Haag te zijn. Het mooie ANWB-gebouw aan de Wassenaarseweg, even wandelen in Park Clingendael en over de Van Alkemadelaan, waar destijds dat verschrikkelijke ongeluk plaatsvond, naar ons oude huis.” En hoe zit het nu met dat schuldgevoel van vroeger? Het meisje van 5 jaar dat niet durfde te helpen, is dat gevoel helemaal verdwenen? “Nee, schuldig hoef ik me niet meer te voelen,” zegt Geertruid lachend. “In de 33 jaar als advocaat heb ik bijstand verleend aan zo’n 6.000 cliënten, veelal verkeersslachtoffers. Voor al die cliënten heb ik m’n uiterste best gedaan. Ik heb het ruimschoots goedgemaakt.”