De ministerraad heeft vandaag G. (Dineke) de Groot (1965) voorgedragen voor benoeming tot president van de Hoge Raad per 1 november van dit jaar. Ze is na een interne procedure door de Hoge Raad als kandidaat voor het presidentschap aanbevolen. Ze zal Maarten Feteris opvolgen, die na zes jaar presidentschap op 1 november a.s. weer volledig in de belastingkamer werkzaam zal zijn. Het is bij de Hoge Raad gebruikelijk dat de functie van president voor ten hoogste zes jaar wordt vervuld.
Dineke de Groot wordt de eerste vrouwelijke president van de Hoge Raad. Zij is sinds oktober 1990 lid van de rechterlijke macht. Na de opleiding tot rechter was ze vanaf 1996 verbonden aan de rechtbank Amsterdam en vanaf 2009 ook aan het gerechtshof Arnhem. Vanaf 2012 is ze werkzaam bij de Hoge Raad in het civiele recht en het belastingrecht, eerst als raadsheer en vanaf 1 januari 2018 als vicepresident. Zij heeft het rechterlijk werk door de jaren heen gecombineerd met werkzaamheden ten behoeve van de rechterlijke organisatie als geheel. Sinds medio 2011 is ze bijzonder hoogleraar Rechtspraak en conflictoplossing aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
De president van de Hoge Raad is de functionele autoriteit voor alle rechters in de Hoge Raad en voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur van de organisatie van de Hoge Raad. Naast deze intern-bestuurlijke taken is de president ook het boegbeeld van de Hoge Raad en kan hij of zij dat ook zijn van de rechtspraak in het algemeen. Die representatieve taak beperkt zich niet tot onze landsgrenzen: ook in het buitenland vertegenwoordigt de president de Hoge Raad. Samen met de procureur-generaal bij de Hoge Raad is de president ook overlegpartner voor andere belangrijke organen in Nederland, zoals het parlement, de minister van Justitie en Veiligheid en de Raad voor de rechtspraak.
U wordt de nieuwe president van de Hoge Raad. Wat betekent dat voor u?
Dat ik deze voortrekkersrol op me mag gaan nemen is een bijzondere ervaring. Het is belangrijk dat een president van de Hoge Raad gezag en vertrouwen uitstraalt en laat zien dat de rechtspraak in het Nederlandse en Caribische deel van het Koninkrijk dienstbaar is aan de samenleving. Ik wil mijn voorgangers daarin volgen als ik de fakkel van het presidentschap op 1 november overneem.
U wordt de eerste vrouwelijke president sinds de oprichting van de Hoge Raad in 1838. Hoe voelt dat voor u?
Toen ik in 2012 bij de Hoge Raad kwam werken, was nog geen 15 procent van de leden van de Hoge Raad een vrouw. Dat is nu bijna 40 procent. Dat percentage neemt nog steeds gestaag toe. Ik ben er trots op dat onze organisatie in de afgelopen jaren op eigen kracht naar een beter evenwicht in de man/vrouw-verhouding is gegroeid. Het voelt goed dat daarvan nu onderdeel is dat het ambt van president ook door een vrouw kan worden vervuld.
Wat voor president wilt u zijn?
Ik ga mezelf zijn. En ik hoop dat ik dan een goede president zal zijn.
Wat gaat u als eerste doen als u president bent?
Een maidenspeech houden bij mijn installatie als president.
Bent u van plan om, als u straks president bent, zaken te blijven doen?
Jazeker, in de civiele kamer. Het is een goed gebruik bij de Hoge Raad dat de president ook zelf voeling houdt met het rechterlijk werk. Het zullen alleen minder zaken zijn dan nu, zodat ik voldoende aandacht kan geven aan de taken van de president.
(Bron: Rechtspraak)