Daar stond hij dan, op zijn 22ste, net afgestudeerd, voor de strakke Ito-toren op de Zuidas in Amsterdam. Blinkend wit marmer, aluminium en vooral glas, veel glas. Keurig in pak, dat wel. Tussen de hoge hakken en maatpakken door baande de jonge Kolder zich een weg naar het hoofdkantoor van Houthoff Buruma, ook onder de afgeslankte naam Houthoff nog steeds een van de toonaangevende advocatenkantoren van het land.
Kolder solliciteerde er na een student-stage in 2005 naar een baan als advocaat, hij weet het nog goed. „Ik was wel enigszins onder de indruk. Voor een jongen uit de provincie is de Zuidas wel een andere wereld dan wat ik tot dan toe van de advocatuur had meegekregen. Ik had bijvoorbeeld niet, zoals veel advocaten daar, bij een studentenvereniging gezeten.”
Te blue voor de Zuidas
Bijna was de Zuidas echter zijn nieuwe habitat geworden, want weinig scheelde het of hij was aangenomen. „Inhoudelijk waren ze bij Houthoff heel tevreden over me. Maar er waren wat twijfels over mijn boardroompresence.” Hij kan er nu om lachen. „Ik was toen natuurlijk ook nog wat bleu, misschien wat te verlegen en bescheiden. Als Houthoff-advocaat moet je natuurlijk wél een bepaalde indruk maken in de boardroom, bijvoorbeeld bij de raad van bestuur van grote bedrijven. Dat zijn dan je cliënten. Maar als ik terugkijk is het misschien helemaal niet verkeerd dat ik die afwijzing toen kreeg. Want ik vraag me af of het naast een carrière op de Zuidas ook was gelukt hoogleraar te worden.”
Voetballen in Winschoten
Het hoogleraarschap was bepaald niet iets wat hij in zijn jeugdjaren concreet ambieerde. Toen draaide zijn leven in Winschoten vooral om voetbal. Eerst bij WVV, later bij BV Veendam. Naast het vwo op het Dollard College doorliep hij dezelfde voetbalopleiding als zijn twee jaar oudere broer Marnix, die betaald voetballer werd en na Veendam succes boekte bij FC Groningen en FC Emmen, en vooral bij Go Ahead Eagles en VVV Venlo aan de lopende band goals maakte. „Marnix was degene die altijd alles gaf, ik was meer de voetballer op het middenveld die het vooral met zijn techniek wilde oplossen. Duels ging ik niet zo graag aan, ik kwam altijd met een schoon broekje van het veld.”
De Groningse selectie
Voetballen kon de jongste Kolder dondersgoed. Hij zat al snel in de Groningse selectie, waarin hij op zijn veertiende voetbalde met Arjen Robben en Jordi Hoogstrate. Hij speelde met de B-jeugd van Veendam, destijds getraind door Arjens vader Hans Robben, tegen Ajax-talenten als John Heitinga en Youssouf Hersi. „Ik ben echt gevormd in die periode”, zegt Kolder, gezeten in de kantine van het Harmoniecomplex van de RUG, in de Oude Kijk in ’t Jatstraat in Groningen. „Doelen stellen, discipline, focussen en willen winnen. Dat heeft het voetbal me meegegeven, daaraan heb ik ontzettend veel gehad. Ik moest ook wel heel goed mijn tijd indelen, want ik wilde tegelijkertijd op school ook alles halen.”
Rechten studeren
Na zijn eindexamen koos hij voor een studie rechten aan de RUG. „Niet omdat ik altijd zo graag rechten wilde studeren”, geeft hij toe. „Maar het aantal verplichte contacturen was bij rechten nu eenmaal niet zo hoog, waardoor ik erbij kon blijven voetballen.” Twee jaren lang combineerde hij voetbal in het tweede team van BV Veendam met zijn studie, totdat het niet meer ging. „Tweede elftallen van profclubs speelden altijd op maandagavond de wedstrijd. Dat betekende op maandagmiddag vaak al vroeg de bus in voor een lange reis naar een uitwedstrijd en anders al vroeg aanwezig op de Langeleegte voor een thuisduel. Omdat ik ook steeds vaker de ochtendcolleges op dinsdag miste, heb ik de knoop doorgehakt. Ik was 20, speelde bij Veendam 2. Als ik écht een topper was geweest, was ik al doorgebroken, dacht ik. Bovendien: als ik iets doe wil ik er vol voor gaan. Dat kon nu niet met mijn studie. Ik vertelde het aan trainer Dick Lukkien. Die vond het jammer, maar toonde begrip.”
Volle kracht richting meesterstitel
Vanaf dat moment was het volle kracht vooruit richting meesterstitel én meer. „Ik had in de studie al snel voorkeuren. Bestuursrecht, staatsrecht en goederenrecht, daar had ik niet zo veel mee. Maar juridische vakken die voor mijn gevoel mensen iets directer raken, die draaien om de mens zelf, die vond ik geweldig interessant. Zoals hoe juridisch om te gaan met letsel door een ongeval en daaruit voortkomende letselschade. Dat sprak me enorm aan.”
In 2005 haalde Kolder zijn master Nederlands recht. Hij studeerde af bij professor Fokko Oldenhuis en die wilde hem graag op de RUG houden. „Oldenhuis heeft heel erg veel voor me betekend. Hij wilde dat ik ging promoveren, maar tegelijkertijd wilde ik ook graag advocaat worden. Weer die sportmentaliteit, denk ik. Als advocaat wil je voor je cliënt de zaak ook altijd winnen. Toen zei Oldenhuis: dan gaan we beide toch regelen? En dat deed hij.”
Een grote juridische overwinning
Kolder kwam te werken bij Punt Letselschade Advocaten in Emmen en kon één dag in de week werken aan zijn proefschrift aan de RUG. Als advocaat bij Punt behaalde hij al snel een grote juridische overwinning: de Hangmatzaak. „Dat was wel een beetje een jongensdroom, toen al een zaak winnen die op een breed terrein zoveel impact heeft. Ik ben daar nog steeds trots op.”
De Hangmatzaak gaat over een vrouw die een hoge dwarsleasie kreeg door een val uit een hangmat in haar achtertuin. Een gemetselde pilaar van het huis brak af, daardoor raakte de hangmat los. In het hangmat-arrest besliste de Hoge Raad in 2010 dat de vrouw haar man als mede-eigenaar van het huis aansprakelijk mag stellen. De vrouw kreeg daardoor een schadevergoeding. „Dat was een doorbraak”, zegt Kolder. „Een echtgenoot of echtgenote aansprakelijk stellen, daaraan werd niet gedacht. Het bleek ook dat de wetgever die mogelijkheid niet eens had overwogen.”
Een eureka-moment van een jong broekie
Hij kreeg het als jong broekie toch voor elkaar. „Het was een soort eureka-moment, zo heb ik dat zelf wel een beetje beleefd. Ik zat op kantoor bij Punt, keek uit over de Drentse landerijen en dacht: zo zou het ook kunnen. Ik gaf ons – de ernstig gewonde vrouw was mijn cliënt – 20 procent kans. Tja, als je dan uiteindelijk gelijk krijgt en die uitspraak ook voor andere ongevallen van betekenis is, dan is dat geweldig. De verzekeraar van het echtpaar valt overigens ook een pluim te maken, want heel kort na de uitspraak is de zaak in goed overleg geschikt.”
In december won hij als advocaat, tegenwoordig bij zijn eigen kantoor Kolder Vorsselman Advocaten, weer een bepalende zaak. Verzekeraar Univé beriep zich in de zaak van een steekincident op de wapenclausule, waarbij schade als gevolg van wapengebruik nooit vergoed wordt. De zaak gaat over een jongen van nog maar 13 jaar die een leeftijdgenootje neerstak. Het slachtoffer liep ernstig letsel op. De ouders van de jonge dader hebben een aansprakelijksheidsverzekering bij Univé, dat zich beriep op de wapenclausule. Het slachtoffer zou dus geen schadevergoeding krijgen. Kolder wees erop dat de ouders het mes natuurlijk niet zelf hebben gebruikt en dat zij bovendien geen schuld hebben. Het Hof in Leeuwarden besliste vervolgens dat Univé toch moet uitbetalen en dat het slachtoffer dus toch een schadevergoeding krijgt.
En nu wordt de advocaat hoogleraar
Kolder blijft werkzaam als advocaat, maar is daarnaast sinds 1 januari aangesteld als bijzonder hoogleraar personenschade, voor één dag in de week. „Dit is de eerste en enige leerstoel personenschade in Nederland en ik ben er trots op dat ik die mag bekleden. Mijn taak is in de eerste plaats het geven van onderwijs aan de RUG. Ik hoop op die manier studenten enthousiast te maken voor mijn vakgebied en ze zo goed mogelijk klaar te stomen voor de arbeidsmarkt.” De nieuwe leerstoel wordt ondersteund door de Nederlandse Vereniging van Letselschade Advocaten LSA en dat is niet voor niets, want nieuwe aanwas is welkom. De LSA kent nu zo’n 350 leden, vertelt Kolder, maar ook buiten de advocatuur houden veel mensen zich met personenschade bezig, zoals verzekeraars en de rechterlijke macht. Momenteel is overal een tekort aan goede mensen.
Hij begeleid op dit moment scripties, geeft colleges en werkt aan publicaties. Al met al een geweldige combinatie met het praktijkwerk als advocaat, zegt hij. „En dat had waarschijnlijk allemaal niet gekund als ik destijds op de Zuidas was aangenomen.”
(Bron: Dagblad van het Noorden)