Een vast vrijdags onderdeel van Letselschade.NU is ‘Tien vragen aan…’, waarin een letselschadeprofessional een klein inkijkje geeft in zijn of haar leven en drijfveren. Vandaag is het de beurt aan Maruja Dûermeijer (38). Ze is partner bij Q-Consult Insurance (QCI) en vervult in haar werk diverse rollen, voornamelijk interim-managementfuncties binnen de letselschadebranche. Daarnaast is ze programmamanager van de Beroepsopleiding Personenschade.

Hoe ben je erin gerold?
Na mijn studie rechten in Leiden ben ik bij Nationale-Nederlanden begonnen als letselschadejurist op AVB MZL-dossiers. Bij NN heb ik mee mogen werken aan de PIV-audit. Tijdens de audit heb ik mijn huidige collega’s Arjan Loonstra en Machiel Goudswaard ontmoet. Nadat ik weg was bij NN, hebben we altijd contact gehouden. Toen er een plekje vrij kwam bij QCI wist ik ‘dit is mijn club, mijn plek’! Inmiddels ben ik al meer dan 9 jaar werkzaam bij QCI!

Hoe ziet een normale vrijdag er voor jou uit?
Iedere vrijdag is voor mij anders; sterker nog, ik denk dat mijn vrijdagen er in de afgelopen 9 jaar nog nooit hetzelfde uit hebben gezien, heerlijk! Ja, eerlijk is eerlijk, je moet ervan houden. Ik vind het geweldig dat geen één week en geen één dag hetzelfde is. Mijn vrijdag kan bestaan uit een teamdag met mijn QCI-collega’s, waarin we een teammeeting hebben of een training. Ik kan ook bij een klant zitten voor interimwerkzaamheden. Wanneer ik niet ergens interim op een opdracht zit, doe ik audits. Verder ben ik vrijwel dagelijks bezig met allerlei zaken rondom de Beroepsopleiding Personenschade. En uiteraard lunch en borrel ik graag met zowel collega’s als klanten die voelen als collega’s; en niet alleen maar op vrijdag!

Wat geeft je de meeste voldoening in je werk?
Anderen laten inzien wat werkgeluk betekent, zelfs als dat betekent dat je bijvoorbeeld van baan moet veranderen. Ik geloof in de gelukkige medewerker. Als je je hierop focust dan draagt dat in mijn beleving bij aan alle doelstellingen die je als bedrijf hebt. Het is geweldig om een medewerker te zien opbloeien door opgedane zelfkennis of door kleine aanpassingen in de manier van werken.

Waar ik erg trots op ben, is dat het binnen één jaar is gelukt om een idee om te zetten naar een gigantisch resultaat in de vorm van de Beroepsopleiding Personenschade. Een project waaraan alle bloedgroepen in de markt (WA, WA-expertise, belangenbehartigers, LSA-advocaten, herstelgerichte dienstverleners (medisch adviseurs, arbeidsdeskundigen, ergotherapeuten, etc.)) hebben meegewerkt.

Met welk onderdeel van je werk heb je moeite?
Af en toe heb ik moeite met balans vinden in de verschillende projecten. Ik vind mijn werk ongelofelijk leuk en probeer in ieder project meer dan 100% te geven. Dan is het soms spannend hoe je de balans houdt met thuis, waar ik uiteraard ook graag meer dan 100% mama en partner wil zijn. Gelukkig heb ik twee mannen die mij met beide voetjes dan weer even op de grond zetten: mijn man Ed en mijn collega Arjan!

Waar ben je trots op?
Ik ben heel trots op ons bedrijf en het vertrouwen dat wij krijgen van onze klanten in de markt. We mogen hele mooie projecten samen met klanten opzetten, waarin klanten zichzelf heel kwetsbaar opstellen met een hulpvraag. Van bedrijven wordt altijd verwacht dat ze de beste van de klas moeten zijn. Dit brengt ook een bepaalde druk met zich mee. En laten we eerlijk zijn, in de letselbranche zijn er ook een behoorlijk aantal regels waar bedrijven (terecht) aan moeten voldoen met het oog op ‘benadeelde centraal’. Ik vind het bijzonder dat onze klanten hierin advies vragen en/of actief in geholpen willen worden door ons.

Verder ben ik ongelofelijk trots op ons team binnen QCI: Arjan, Machiel, Bianca, Dennis en Jouke. We zijn complementair aan elkaar en steunen elkaar door dik en dun. Hier ben ik niet alleen ongelofelijk trots op, maar ook enorm dankbaar voor!

Privé ben ik ongelofelijk trots op mijn moeder; zij is voor de liefde naar Nederland verhuisd en heeft zich het Nederlandse leven volledig eigen gemaakt. Wat ik bewonder is hoe zij de afgelopen 5 jaren tot het overlijden van mijn vader vol liefde en overtuiging voor mijn vader heeft gezorgd, nadat hij meerdere herseninfarcten heeft gehad. Ik vind hun liefde voor elkaar inspirerend en een voorbeeld voor mijzelf. Ik ben ook ongelofelijk trots op mijn man Ed; hoe hij zijn hart volgt in het leven, mild in het leven staat en papa is van onze dochter Luz. Hij is een geboren vader en het is geweldig om dit soms even te observeren. Verder ben ik megatrots op ons dochtertje Luz, onze suikerbuik. Ze is een levensgenieter pur sang, met een hartje van goud. Een meisje dat haar gevoel onder woorden durft te brengen en open staat voor het leven dat nu is en komen gaat.

Wie was in je loopbaan je belangrijkste leermeester?
Ik heb het geluk gehad dat ik al vanaf mijn studie geweldige begeleiding heb gehad van leermeesters. Dankzij mijn Rechtsfilosofie-docent Bart Labuschagne ontdekte ik dat er een veel grotere wereld is dan de ‘standaard’ rechten-Masters. Na mijn studie ben ik bij NN gaan werken waar mijn toenmalige manager Reini Voragen mij altijd heeft gesteund en heeft geïnspireerd in het managementschap. Zij heeft mij destijds geholpen om te oriënteren waar ik gelukkig van word, ook al betekende dat uiteindelijk dat ik een stap buiten NN zette. Bij Q-Consult Insurance kan ik met volle overtuiging zeggen dat Arjan Loonstra mijn leermeester is. Hij kent mij als geen ander en heeft mij geleerd dat je mag werken met je hart, juist zelfs. En in dit rijtje hoort Sander Harders ook thuis, hij leerde mij een gouden regel: ‘zolang de scheidsrechter niet fluit, door voetballen’. Heerlijk!

Van huis uit heb ik van jongs af aan werkgeluk meegekregen. Mijn vader hield van zijn werk en zag werken dan ook niet als werken. Ik denk dat dat mijn grootste inspiratie is voor hoe ik ook in mijn werkende leven sta: voor mij moet werken voelen als buiten spelen. Ja precies, zoals vroeger. De tijd verliezen in het spelen van verstoppertje, voetbal, tennis, tikkertje, etc. Het merendeel van de tijd dat je wakker bent doordeweeks, ben je op je werk. Doe dan in ieder geval iets waar je gelukkig van wordt!

Wat zou je vandaag veranderen in de letselschadebranche als je kon?
Tja, een heilig huisje en toch ga ik ‘m benoemen. Het is af en toe teleurstellend om te zien dat prachtige initiatieven niet of nauwelijks van de grond komen of innovaties stranden omdat betrokken partijen vooral hun eigen financiële en strategische belangen laten prevaleren. Dan ontstaat toch het gevoel dat niet iedereen het belang van een benadeelde vooropstelt.

Ik zou weleens met een aantal mensen (en dat zijn er gelukkig genoeg!!) die het hart op de juiste plek hebben een landelijk opererend bedrijf op willen zetten dat alles doet voor benadeelde: medewerkers die zowel belangenbehartiger/LSA-advocaat zijn, als WA-behandelaar, als WA-expert, als herstelgericht dienstverlener. Alles met het oog op benadeelde centraal en écht helpen.

Wat is je favoriete vrijetijdsbesteding?
Samen met mijn man Ed en onze dochter Luz ‘op expeditie gaan’, zoals wij dat noemen. Geweldig om met een 4-jarige op ontdekking te gaan en te zien/horen wat zij nog allemaal ziet en hoort en wij als volwassenen inmiddels voor lief nemen. We gaan vaak wandelen naar een bos of een meer, of samen naar een museum.

Daarnaast zwem ik graag; het geeft mij een moment van rust in de drukke werkweek. Volledige ontspanning van lijf en hoofd.

Van welke muziek hou je?
Ik kan eigenlijk alle muziek waarderen, behalve jazz waar je al verdrietig van wordt als de eerste contrabasnoot is gespeeld. Het gelukkigst word ik van vrolijke Spaanse muziek (kan ook niet anders met mijn Peruaanse roots) en ik hou erg van pianomuziek (klassiek of moderne liedjes in een klassiek jasje).

Wat staat er bovenaan je bucketlist?
Ik zou graag samen met mijn moeder en Luz (als ze iets ouder is) samen een rondreis willen maken door Peru. Drie generaties die samen door het moederland van mijn moeder trekken, lijkt mij symbolisch en prachtig om samen te doen. Mijn man mag uiteraard ook mee haha!

Verder zou ik graag zelf nog eens een project doen, gericht op kansarme kinderen in Zuid-Amerika. Weeskinderen of één-ouder-kinderen die letsel hebben opgelopen en iemand nodig hebben om ze dat ene stapje in de goede richting te laten zetten.