Het LOVCK (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton) en het LOVCH (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel Hoven) hebben aanbevelingen gedaan aan rechters en raadsheren belast met de behandeling van personenschadezaken over de te hanteren rekenrente bij de vaststelling van toekomstschade. Deze aanbevelingen zijn recent geactualiseerd. Bij het aanpassen van de aanbevelingen is advies ingewonnen van de rekenkundigen Erik-Jan Bakker (de Bureaus) en Menno Neeser (NRL) en is het recente advies van econoom Lex Hoogduin meegewogen.

Bekijk de geactualiseerde aanbevelingen hier.

De belangen bij het vaststellen van de rekenrente zijn groot. Een te hoge rekenrente kan ertoe leiden dat het slachtoffer dat jaarlijks de begrote jaarschade opneemt en gebruikt al een aantal jaren voor de berekende einddatum de vergoeding heeft opgebruikt. Bovendien mag van het slachtoffer niet gevergd worden dat hij risico’s neemt bij het beleggen van de ontvangen som ineens om op die manier betaling van zijn jaarschade tot aan de eindleeftijd te bewerkstelligen.

PeriodeRenteInflatie
0 – 5 jaar0,5%2,0%
6 – 20 jaar1,0%2,0%
> 20 jaar1,5%2,0%

Het uitgangspunt bij het vaststellen van de rekenrente is dat gewaarborgd wordt dat het slachtoffer zijn toekomstschade daadwerkelijk kan dragen. Het betreft aanbevelingen: rechters zijn vrij ervan af te wijken wanneer daar goede argumenten voor zijn. Bovendien zijn de rechters uiteraard gebonden aan het partijdebat.

Inflatie
In 2022 is sprake geweest van een historische en uitzonderlijk hoge prijsinflatie (CPI). Die ontwikkeling was van tevoren niet te voorzien. De CPI kwam over heel 2022 uit op een stijging met 10%. Die ontwikkeling is op zich nog geen reden om de inflatie in de rekenrente voor de toekomstige jaren hierop aan te passen. In de eerste plaats geldt dat de huidige hoge inflatiecijfers voor een groot deel zijn veroorzaakt door de gestegen energieprijzen. De lonen en uitkeringen worden in 2023 hiervoor inmiddels (deels) gecompenseerd. Deze concrete stijging van de lonen en uitkeringen wordt al verdisconteerd bij het bepalen van het verlies aan verdienvermogen. Daarbij komt dat de inflatie in de rekenrente voor het contant maken van de toekomstschade is gebaseerd op de te verwachten toekomstige inflatie (dus vanaf 2024) en de verwachtingen – van het CPB en andere professionele ‘voorspellers’, zoals grote banken – zijn dat die inflatie in de eerste periode van vijf jaar weer naar het gebruikelijke percentage zal terugkeren. De aanbevelingen sluiten bij die verwachting aan.