Bijna tien jaar nadat Wim Ost (32) uit Dilbeek het slachtoffer werd van een aanrijding met zware blijvende gevolgen, is het einde van de gerechtelijke procedures in zicht. De rechter kende een schadevergoeding toe, al is beroep nog mogelijk.

De gerechtelijke procedure rond een zwaar verkeersongeval van bijna tien jaar geleden in Dilbeek, is mogelijk afgerond. Op 23 april 2010 werd de toen 22-jarige Wim Ost met zijn fiets aan de hand aangereden toen hij de Ninoofsesteenweg overstak ter hoogte van het kruispunt met de Baron de Vironlaan. De autobestuurder, die door het rode licht was gereden, werd hiervoor veroordeeld. Maar tot een uitbetaling van de schadevergoeding kwam het nog niet, onder meer omdat tijdens de eerste jaren na de aanrijding nog gewacht werd op een verbetering van Wims toestand. Die kwam er jammer genoeg niet. Wim heeft constante hulp nodig en zijn kortetermijngeheugen is weg. Een job als burgerlijk ingenieur – zijn studies waren zo goed als afgerond – zat er niet meer in.

Alles samen had de raadsman van de familie van Wim een bedrag van net geen 4,2 miljoen euro gevraagd. Een op het eerste gezicht hoge som die te verklaren was door al het loon dat Wim al heeft misgelopen en nog zal mislopen door niet te kunnen werken. Ook de al gedane en de toekomstige kosten voor de dagopvangcentra zijn niet min.

Verschillende zienswijzen
Over de manier van berekenen van de schadevergoeding voor de blijvende ongeschiktheid van Wim, zat de familie van Wim en de verzekeringsmaatschappij niet op dezelfde lijn. In haar vonnis volgde de rechter de zienswijze van de raadsman van Wims familie. Toch moet de verzekeringsmaatschappij in eerste instantie een stuk minder betalen dan wat de familie had gevraagd. Dat heeft alles te maken met de vergoeding van de opvang in de dagcentra. De rechter was niet bereid om nu al een grote som toe te kennen voor toekomstige kosten van die opvang.

“Ik wil geen te hoge of te lage vergoeding toekennen”, legt rechter Dina Van Laethem. “Misschien kan Wim morgen opnieuw thuis komen wonen, bijvoorbeeld als zijn ouders met pensioen zijn. Anderzijds is het ook mogelijk dat zijn ouders wegvallen. Die heeft allemaal invloed op de opvangkosten. Daarom zullen de vergoedingen van de dagcentra jaarlijks afgerekend worden. Daardoor wordt er nu voor die opvang geen groot bedrag betaald, maar op termijn zal het wel betaald worden.”

Wonden opengereten
Zowel de familie van Wim als de verzekeringsmaatschappij kan nog in beroep gaan. “Het is een zeer grondig gemotiveerd vonnis. We moeten het nog nauwgezet doornemen”, zegt Dirk Schutyser, advocaat van de familie van Wim. “Wat de cijfers betreft, zijn we bijzonder tevreden. Bijna alle schadeposten zoals wij ze hadden begroot, zijn door de rechter toegekend. Over de kosten voor dagopvang is de rechter een regeling uitgewerkt, wat de vrees van de verzekeringsmaatschappij om te veel te betalen en onze vrees om te weinig vergoed te worden, wegneemt. We zijn nu zeker dat al die kosten door de jaren heen vergoed worden, zelfs al wordt Wim 90 jaar. In een later stadium, als de ouders van Wim komen te overlijden, zal er constante opvang nodig zijn.”

Pas na een grondige lezing van het vonnis kan meester Schutyser zeggen of hij in beroep zal gaan. “We hebben daarvoor 30 dagen de tijd. Ik moet dat met mijn cliënten overleggen, bij hen ligt de eindbeslissing. Ook de verzekeringsmaatschappij kan nog beroep aantekenen. Dan moet de correctionele rechtbank zich over de zaak buigen. Dan zijn we opnieuw weg voor 3 à 4 jaar. De ouders van Wim zouden dan toch enkele keren per jaar bij mij moeten langskomen om de zaak te bespreken. Dan worden de wonden toch telkens weer opengereten. En het is als zo’n lange lijdensweg geweest.”

(Bron: Het Nieuwsblad)