Een groot deel van de Nederlanders heeft wel eens rug-, hoofd- of nekpijn. Door stress, een verkeerde werkhouding of na een verkeersongeval komt er, vaak onbewust, spanning te staan op de nekspieren en kan hoofdpijn optreden. Het ‘laten kraken’ van de nek door een manueel therapeut of chiropractor lijkt dan een laagdrempelige oplossing met direct resultaat. Bij nekmanipulatie wordt de nek met een snelle, gecontroleerde ruk bewogen, met als doel de beweeglijkheid van het gewricht te herstellen. Het krakende geluid ontstaat doordat kleine gasbelletjes in het gewricht worden verplaatst.

Door mr. Miranda Walburg

Er is nog veel onbekend over deze vorm van behandeling. Dat manipulatie van de nek zouhelpen tegen hoofd- en nekpijn is niet wetenschappelijk bewezen. Chiropractie – dat grotendeels bestaat uit het toepassen van manipulatietechnieken – wordt in Nederland daarom aangemerkt als een alternatieve geneeswijze en komt niet standaard voor vergoeding in aanmerking.

De behandeling met nekmanipulatie is omstreden vanwege het kleine, maar zeer ernstige risico op een scheur in de binnenkant van de halsslagader(s). Als gevolg van deze dissecties kunnen bloedstolsels ontstaan die losschieten, met een herseninfarct tot gevolg. Dat herseninfarct kan weer leiden tot neurologische uitvalsverschijnselen zoals verlamming van de ledematen, spraakstoornissen en stoornissen in het gezichtsvermogen.

Vorige maand verscheen een artikel in het NRC waarin dit probleem werd beschreven ondersteund door vier verhalen over een verkeerde afloop. Ook in mijn praktijk als letselschadeadvocaat kom ik helaas met enige regelmaat slachtoffers tegen met blijvende hersenschade na een nekmanipulatie.

Informatieplicht
In het kader van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) moet een zorgverlener de patiënt informeren over de bekende, voorzienbare risico’s van een behandeling. Ook moet de zorgverlener uitleggen welke alternatieve mogelijkheden er bestaan om de klachten te behandelen. Na deze voorlichting moet de zorgverlener controleren of de patiënt alles goed heeft begrepen. Op zijn minst zouden therapeuten patiënten dus moeten informeren over het mogelijke risico van het veroorzaken van aortadissecties, voordat zij manipulatieve therapie uitvoeren. In de praktijk blijkt dat slechts een klein deel van de patiënten op de hoogte is van de risico’s van nekmanipulatie.

Het geven van onvoldoende informatie aan de patiënt kan aan de behandelaar worden toegerekend, zoals blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam dat aannam dat de patiënte, indien juist geïnformeerd, van de behandeling van haar nek zou hebben afgezien. De manueel therapeut was daarvoor aansprakelijk.

Recent kwam de strafrechter in Noord-Holland tot een andere conclusie. De rechtbank vond dat de chiropractor de patiënt niet hoefde te informeren over het feit dat dissectie een mogelijk risico van de behandeling zou zijn. Uit rapporten van geraadpleegde deskundigen zou volgens de rechter blijken dat bij de huidige stand van de wetenschap niet kan worden vastgesteld dat dissectie van de halsslagader een mogelijk risico is van nekmanipulatie.

Causaal verband
De afgelopen jaren zijn wereldwijd diverse studies uitgevoerd om meer duidelijkheid te verkrijgen over de relatie tussen nekmanipulatie en halsslagaderbeschadiging. Een oorzakelijk verband tussen dissecties en voorafgaande manipulatieve therapie is in de medische literatuur niet onomstotelijk bewezen of weerlegd. Dat komt doordat op basis van de cijfers niet kon worden vastgesteld wat de specifieke oorzaak was van de beroertes bij de mensen. Het is mogelijk dat mensen nekmanipulatietherapie hebben gezocht voor symptomen die eigenlijk de vroege stadia van een (spontane) dissectie of beroerte waren. Uit de onderzoeken komt echter wel een duidelijke relatie naar voren die zeer suggestief is voor een causaal verband. Talrijke studies hebben aangetoond dat manipulatietherapie van de wervelkolom een onafhankelijke risicofactor is voor het ontwikkelen van een dissectie van de wervelslagader.

Voor een succesvolle vordering zal een cliënt moet aantonen dat zijn of haar dissecties in de slagaderen zijn ontstaan door (een foutieve uitoefening van) manipulatie. Dit lijkt simpel: het acute ontstaan van symptomen tijdens of vlak na de behandeling kan toch niets anders betekenen? Voorafgaand aan de manipulatie was immers nog niets aan de hand en er zijn ook geen andere oorzaken aan te wijzen voor de dissectie. Juridisch gezien is dit echter nog niet zo vanzelfsprekend.

Voor een succesvolle vordering zal meestal een neuroloog of vaatchirurg gevraagd worden om in dit specifieke geval te beoordelen wat de meest waarschijnlijk oorzaak is geweest voor het ontstaan van de dissectie. Deze deskundige neemt daarbij alle persoonlijke omstandigheden van de patiënt mee in zijn oordeel, waaronder de medische voorgeschiedenis, de aanwezigheid van andere risicofactoren voor het ontwikkelen van een dissectie, een eventuele onderliggende vaatafwijking, de duur en intensiteit van de uitgevoerde behandelingen, het tijdsverloop tussen de manipulatie en het optreden van de schade en de locatie van de dissectie(s). Als de deskundige op basis van al deze factoren tot de conclusie komt dat de manipulatie de meest waarschijnlijke oorzaak is voor het ontstaan van de schade, mag het causaal verband in beginsel worden aangenomen.

Veilig alternatief
Samenvattend is er nog veel onbekend over nekmanipulatie, de effectiviteit van de behandeling en de mogelijke gevolgen ervan. Wat wel vast staat is dat er een veilig alternatief voor handen is: mobilisatie van de nek. Bij mobilisatie wordt een gewricht rustig heen en weer bewogen, zonder dat er een krakend geluid ontstaat. Van deze vorm van behandeling zijn geen ernstige bijwerkingen bekend. Gezien het kleinere risico op complicaties is mobilisatie dus een betere behandeling dan manipulatie. 

De Nederlandse Vereniging voor Manueel Therapeuten (NVMT) nam in 2014 de dappere beslissing het manipuleren van nekwervels te verbieden. Echter, onder druk van haar leden, veelal opgeleid in het manipuleren, besloot zij het verbod weer in te trekken. Als alternatief werd een richtlijn gepubliceerd met aanwijzingen om mogelijke risicopatiënten vroegtijdig te herkennen. Op basis van de premanipulatieve tests die in deze richtlijn worden voorgeschreven, zijn risicopatiënten echter niet effectief voorspellen en eventuele bestaande vaatafwijkingen kunnen niet 100% worden uitgesloten. Patiënten weten dus nooit zeker of zij wel of geen risico lopen op vaatschade na het uitvoeren van een manipulatie.

Ik ben dan ook van mening dat de mogelijke positieve effecten die van manipulatie worden geclaimd niet opwegen tegen het risico van complicaties, hoe klein ook. Behandelingen waarbij manipulatie van de nek plaatsvindt zou dan ook niet moeten worden geadviseerd. Zeker niet nu er een veilig alternatief betstaat. Echter, zo lang er nog geen verbod bestaat, is het letterlijk van levensbelang dat patiënten goed en eerlijk worden geïnformeerd over het risico van complicaties, zodat zij zelf een weloverwogen beslissing kunnen maken.

(Bron: Beer advocaten)