De meteorologische lente is weer begonnen, voor veel mensen tijd om weer op de wielrenfiets te klimmen. Logisch. Wielrennen is leuk, het gaat hard en het is goed voor de gezondheid. Een van mijn collega’s van de afdeling ondernemingsrecht, Erik van Loon, kan ook niet wachten tot hij weer op de racefiets kan klimmen. Maar zonder nu direct uw (voor)pret te bederven: wielrennen gepaard gaat met flinke risico’s. Jaarlijks belanden duizenden mensen op de spoedeisende hulp na een ongeluk tijdens het wielrennen. Recent stond de wielerwereld nog op z’n kop door het ongeluk van wereldkampioene Amy Pieterse. Zij kwam tijdens een wegtraining in Spanje ongelukkig ten val en raakte zeer ernstig gewond.
Door mr. Jolanda Broeders
Nu lopen wielrenners in het algemeen een verhoogd valrisico, al is het maar doordat zij met een hoge snelheid dicht op elkaar rijden. Maar hoe zit dat met de aansprakelijkheid bij een ongeval? Wat zijn de mogelijkheden voor wielrenners die een ongeval hebben gehad en daardoor schade geleden hebben? En speelt de eigen schuld van een wielrenner daarbij nog een rol? In dit blog schets ik aan de hand van verschillende situaties de juridische mogelijkheden.
#1 Ongeval tussen een wielrenner en een motorrijtuig
Op grond van de Wegenverkeerswet worden fietsers en voetgangers aangemerkt als zwakke verkeersdeelnemers ten opzichte van (sterke) gemotoriseerde verkeersdeelnemers zoals auto’s, motoren, tractoren, etc. Vindt er een ongeval plaats tussen een zwakke en sterke verkeersdeelnemer? Dan bieden de regels extra bescherming aan de zwakke verkeersdeelnemer. De aansprakelijkheid ligt dan in principe altijd bij de sterke verkeersdeelnemer. Zelfs als de fietser een fout heeft gemaakt, zoals door rood licht rijden. De fietser krijgt in de meeste gevallen minimaal 50% van zijn schade vergoed, behalve als er aan de kant van de sterke verkeersdeelnemer sprake is van overmacht. Ondanks dat wielrenners geen ‘normale’ fietsers zijn, geldt deze extra bescherming ook voor hen.
U leest er meer over in het blog ‘Het is weer druk op de weg, let op fietsers en voetgangers!’.
#2 Ongeval tussen een wielrenner en een gewone fietser
Bij een ongeval tussen een wielrenner en een gewone fietser gelden de gewone aansprakelijkheidsregels. Er wordt dan bekeken wie welke fout beging. Als de ‘veroorzakende’ partij zijn aansprakelijkheid niet erkent, moet het slachtoffer bewijzen dat sprake is van een onrechtmatige daad.
Om een onrechtmatige daad te kunnen bewijzen, moet er sprake zijn van een onrechtmatige gedraging. Een onverwachte slingerende beweging of een onverwachte stop van een andere fietser kunnen onder omstandigheden worden aangemerkt als een onrechtmatige gedraging. Stuuruitwijkingen als gevolg van oneffenheden in of op het wegdek of in verband met het uitwijken daarvoor, worden als gebruikelijk en in het verkeer veel voorkomend gezien. Zulke gedragingen leverend vaak geen onrechtmatige gedraging op. Andere weggebruikers moeten daarmee rekening houden. Zo heeft het gerechtshof op 14 september 2021 geoordeeld dat niet iedere slingerbeweging een onrechtmatige gedraging is. Het moet gaan om een uitzonderlijke slingerbeweging waarmee andere weggebruikers geen rekening hoefden te houden. Verder is het van belang dat een bestuurder in staat moet zijn om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. Dit betekent dat hij voldoende afstand moet bewaren ten opzichte van andere bestuurders. Kortom, alle omstandigheden ten tijde van het ongeval zijn van belang en moeten worden meegewogen.
Zo zijn er bij het wielrennen speciale omstandigheden die maken dat aansprakelijkheid minder snel wordt aangenomen. Wielrenners rijden vaak met een hoge snelheid in een groep dicht op elkaar. Hierdoor lopen zij een verhoogd risico om een ongeval te krijgen en wordt er meer oplettendheid van hen verwacht. De rechter neemt dit mee in de beoordeling van de aansprakelijkheid of in de verrekening van het percentage eigen schuld.
Recent heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak waarbij een wielrenner ten val kwam en letsel opliep:
Rechtbank Limburg 9 februari 2022
In deze zaak speelde het volgende. Een fietser maakte op enig moment een slingerbeweging naar links als reactie op een stuurbeweging naar links van zijn dochter die naast hem reed. Hij remde en kwam vervolgens direct tot stilstand op de rijbaan van een wielrenner die vlak daarachter reed. De wielrenner kneep vol in zijn remmen, sloeg hierdoor over de kop en kwam ten val. Hij liep hierdoor letsel op.
De wielrenner stelde de fietser aansprakelijk voor zijn schade. De Rechtbank Limburg oordeelde dat de fietser niet aansprakelijk was. Daarbij werden de volgende omstandigheden van belang geacht. Het ongeval vond plaats op een druk fiets-/wandelpad van ruim zes meter breed, waar zowel fietsers als wandelaars gebruik van maakten. De slingerbeweging was, gelet op de omvang van de slingerbeweging, niet dusdanig uitzonderlijk dat de wielrenner hier geen rekening mee had moeten houden. Daarnaast sloeg de wielrenner over de kop door het (te) hard inknijpen van zijn remmen. De rechtbank oordeelde dat hij kennelijk onvoldoende snelheid had teruggenomen en/of afstand had gehouden. De slingerbeweging van de fietser kon in deze zaak dus niet worden aangemerkt als een onrechtmatige gedraging.
#3 Eenzijdig verkeersongeval
Het komt ook regelmatig voor dat een wielrenner een ongeval krijgt zonder dat daarbij een andere weggebruiker betrokken is. De oorzaak hiervan kan gelegen zijn in een gebrek in de weg, zoals bijvoorbeeld een gat in het fietspad. Wie kan daarvoor aansprakelijk zijn?
Op grond van artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek moet het overheidslichaam dat verantwoordelijk is voor het beheer van de weg ervoor zorgen dat de weg, het fietspad of de stoep in goede staat verkeert. Dit is vaak de gemeente of de provincie. Maar een overheidslichaam is niet zomaar aansprakelijk. Er moet namelijk sprake zijn van een weg die niet voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld. Om dit te beoordelen wordt naar verschillende omstandigheden gekeken. Belangrijk is dat niet elk gevaar een weg gebrekkig maakt. Lees hierover meer in het blog ‘Zo stel je de wegbeheerder aansprakelijk voor schade’.
Ook hier speelt de eigen schuld van een wielrenner een rol. Rechters oordelen dan ook regelmatig dat sprake is van een gedeeltelijke eigen schuld. In dat geval krijgt het slachtoffer niet de volledig schade vergoed van de wegbeheerder.
(Bron: Asselbergs & Klinkhamer Advocaten)