De rechtbank Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in het kort geding dat de vakbonden FNV en CNV Connectief hebben aangespannen tegen de Staat namens zorgmedewerkers die long-covid hebben opgelopen. FNV en CNV eisen een voorschot bijna 23.000 euro per gedupeerde. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen. De bonden zijn teleurgesteld, maar zien wel aanknopingspunten in de uitspraak voor een vervolg.

Geen voorschot op schadevergoeding
De vakbonden eisten een voorschot op schadevergoeding van ruim 22.000 euro voor zorgpersoneel met long covid. Het gaat om medewerkers die in 2020, tijdens de covid-pandemie, werkzaam waren in de zorg en met het virus besmet zijn geraakt.

De rechter heeft beslist dat de vordering tot vergoeding van schade in dit geval niet kan worden toegewezen in een zogenaamde collectieve actie-procedure. Of voor gedupeerde zorgmedewerkers een recht op vergoeding van schade bestaat moet van geval tot geval worden beoordeeld. Daarvoor is een beoordeling nodig aan de hand van elke concrete situatie: waar en onder welke omstandigheden zijn de zorgmedewerkers besmet geraakt? De rechtbank heeft daarom geen oordeel gegeven over de vraag of, en in welke gevallen, de Staat onrechtmatig heeft gehandeld.

Geen juridische grond om verplicht in overleg te treden
De vordering van de vakbonden om de Staat te veroordelen om in overleg te treden over een financiële regeling voor gedupeerde zorgmedewerkers is ook afgewezen. Naar het oordeel van de rechter is er geen juridische grond aan te wijzen die de Staat verplicht in overleg te treden.

‘Begrijpelijk dat bonden procedure zijn gestart’
De vakbonden reageren teleurgesteld, maar vinden in de uitspraak ook erkenning voor het belang van een snelle oplossing. Kitty Jong, FNV-vicevoorzitter: “Het is teleurstellend dat de rechter vindt, dat we een tegemoetkomingsregeling voor slachtsoffers uit de tweede golf niet via kort geding kunnen afdwingen. Tegelijk zegt de rechter, dat long-covidslachtoffers er groot belang bij hebben op korte termijn duidelijkheid te krijgen over financiële compensatie. Wij roepen minister Helder dan ook op die duidelijkheid te bieden, zij draalt al veel te lang. Wij vragen voor de door ons geschatte groep van 1000 zorgmedewerkers totaal ongeveer 23 miljoen. Dat is maar een zesde van het bedrag waarover de Eerste Kamer een motie aannam.”

Tegelijk wil Jong benadrukken, dat een tegemoetkomingsregeling voor mensen uit de eerste golf er nooit was gekomen als FNV en CNV hier niet jaren ononderbroken voor hadden gepleit. ‘Het is dankzij onze druk dat er überhaupt een regeling komt, ook al duurt dit veel te lang, lijkt het bedrag veel te laag en weten we nog niet definitief de uitwerking daarvan.’

Joost Veldt, bestuurder CNV Zorg & Welzijn: ‘De rechter spreekt uit dat gedupeerden recht hebben op snelle duidelijkheid of zij compensatie krijgen. Dat is precies wat wij ook betogen: het duurt al veel te lang. Nog steeds is onduidelijk voor wie de Minister nu een regeling wil gaan treffen en welke voorwaarden daarvoor gelden. Wij verwachten dat dit in de politieke besluitvorming ook een stevig debat zal opleveren, omdat de beperking tot de eerste golf gebaseerd is op een zeer zwakke argumentatie. Op basis van alle gegevens is het veel logischer om van heel 2020 uit te gaan.

FNV en CNV eisen bijna 23.000 euro per gedupeerde, een gebruikelijk compensatiebedrag bij beroepsziekten. Ook willen beide bonden individuele procedures tegen werkgevers voeren als zich leden melden.

De bonden overwegen nu een bodemprocedure.