De rechtbank Overijssel heeft een 51-jarige man veroordeeld tot twee geldboetes van 21.750 euro voor dood door schuld en het overtreden van de Warenwet. Op 16 juni 2021 verdronk een achtjarig meisje terwijl zij speelde op een opblaasbaar waterspeeltoestel in Kapel-Avezaath. Hoewel de rechtbank overtuigd is dat de man deze situatie nooit heeft gewild, had hij als eigenaar van het speeltoestel anders moeten en kunnen handelen om de kans op een ongeluk te verkleinen.

De man heeft aanmerkelijk nalatig gehandeld, vindt de rechtbank, waardoor het meisje is overleden. Het speeltoestel voldeed niet aan het Warenbesluit attractie- en speeltoestellen en er waren te weinig toezichthouders aanwezig. 

Afgekeurd speeltoestel
De rechtbank stelt vast dat het waterspeeltoestel niet beschikte over geldige certificaten. In september 2015 is het speeltoestel afgekeurd, maar volgens de man is dit keuringsrapport nooit aan hem verstrekt. Hij was in de veronderstelling dat de CE-markeringen op het speeltoestel voldoende waren om aan de regelgeving te voldoen. Daarnaast registreerde de man niet welke onderhoudswerkzaamheden hij verrichtte en wanneer hij inspecties aan het speeltoestel verrichtte. Uit het onderzoek van de NVWA blijkt dat het speeltoestel niet op de juiste manier is geïnstalleerd, geïnspecteerd en onderhouden. 

Weinig toezichthouders
De rechtbank oordeelt dat de man voor onvoldoende toezichthouders heeft gezorgd bij het speeltoestel en daarmee zijn zorgplicht heeft geschonden.  Op het moment van het ongeluk was er maar één toezichthouder die daadwerkelijk toezicht hield, terwijl er dertig kinderen op speelden. De betreffende toezichthouder kon geen toezicht houden op het hele toestel en had vanaf het punt waar zij stond geen zicht  op de plek waar het meisje is verdronken. 

(Bron: Rechtspraak.nl)