Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden deed op 26 mei 2020 een opmerkelijke uitspraak in een zaak van een rijschoolhoudster die in 2007 door twee verkeersongevallen volledig uitviel. Als gevolg van met name het laatste ongeval ontwikkelde zij PTSS en forse whiplashklachten. Wederpartij Allianz stelde aanhoudend vraagtekens bij de causaliteit en de ernst van de klachten. Die houding is door het Hof afgestraft. Ze verhoogde het smartengeld met verwijzing naar het gedrag van de verzekeraar naar € 30.000,- en bepaalde daarnaast dat het verlies verdienvermogen volledig betaald moet worden.
Het Hof geeft in haar oordeel aan dat het gedrag van Allianz in deze zaak ‘in grote mate’ heeft bijgedragen aan de ernst en duur van het psychisch letsel van het slachtoffer: “Verder springt in het oog dat Allianz steeds, ook na het rapport van Tilanus, is blijven vasthouden aan haar opvatting dat de ongevallen nauwelijks klachten bij appellante hebben veroorzaakt en zij dus geen aanspraak kon maken op (verdere) schadevergoeding. Onder verwijzing naar hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen over het bestaan en de causaliteit van de klachten, een oordeel dat berust op een zeer breed gedragen opvatting uit de behandelende sector en de deskundigenrapporten, valt deze opstelling van Allianz moeilijk te begrijpen. Deze houding van Allianz en de daarmee gepaard gaande langdurige schaderegeling, die uiteindelijk is uitgemond in deze procedure, heeft er, volgens vele behandelaars en de deskundigen, in grote mate aan bijgedragen dat de PTSS waaraan appellante als gevolg van het ongeval heeft geleden, (langer en ernstiger) is blijven bestaan. De opstelling van Allianz in deze procedure vormt voor het hof mede aanleiding voor een bedrag aan smartengeld zoals hierboven genoemd.”