De rechtbank Noord-Holland legt een 26-jarige man een tbs-maatregel op. Op 28 december 2021 stak hij tijdens een psychose een vriend in brand die lag te slapen. Dat gebeurde in de woning van zijn vriend in Heerhugowaard. Verder moet de man aan zijn vriend een schadevergoeding betalen van ruim 10.000 euro voor hoofdzakelijk immateriële schade.

De verdachte verbleef die avond en nacht in de studio van een goede vriend omdat het niet goed ging met de verdachte. Hij zou de volgende dag worden opgenomen in een verslavingskliniek en de vriend was bereid om op hem te letten. De verdachte probeerde die nacht om zijn vriend om het leven te brengen. Hij omringde hem met waxinelichtjes en goot een brandbare vloeistof over hem en de waxinelichtjes heen. Daardoor vloog het lichaam van zijn vriend in de brand, die op dat moment lag te slapen. Ook de gehele verdieping waar de brand plaatsvond brandde uit.

Oordeel rechtbank
De verdachte heeft het leven van zijn vriend op het spel gezet. Het slachtoffer heeft ‘geluk’ gehad dat hij die nacht niet is omgekomen, maar de gevolgen voor hem zijn niettemin zeer ernstig. Het slachtoffer heeft aanzienlijke brandwonden aan zijn rug, enkels en voeten opgelopen en moet hiervoor huidtransplantaties ondergaan. Ook heeft het slachtoffer sinds de brand last van angst, nachtmerries en achterdocht. Het slachtoffer is voor het leven getekend, aangezien de littekens van de brandwonden waarschijnlijk nooit volledig zullen verdwijnen.

Deskundigen stellen vast dat de verdachte de bewuste nacht in een psychose was. Hierdoor is zijn handelen hem niet toe te rekenen. De rechtbank verklaart de verdachte daarom niet strafbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging.

De rechtbank volgt het advies van de deskundigen om hem de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen. Deze maatregel houdt onder andere in dat de verdachte zich moet laten behandelen in een kliniek en dat hij geen drugs of alcohol mag gebruiken.

Schadevergoeding
Het slachtoffer heeft een vordering tot schadevergoeding van in totaal €10.512,98 ingediend tegen de verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit parkeer- en reiskosten in verband met ziekenhuisbezoeken in de vorm van verplaatste schade.

De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van de geleden schade tot een bedrag van €10.195,10, bestaande uit €195,10 als vergoeding voor de materiële en €10.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente.

Bekijk de uitspraak hier.