Waar ligt in het verkeer de grens van een zodanige schuld dat er geen sprake meer is van een overtreding, maar van een misdrijf? In dit geval zijn de rechtbank en het Openbaar Ministerie (OM) het niet eens, waardoor het OM heeft besloten in hoger beroep te gaan bij het Gerechtshof Arnhem.

Op 11 oktober 2018 rijdt een 50-jarige vrouw uit Barneveld over de Bergweg in Amerongen. De vrouw nadert een flauwe bocht naar rechts. Zij volgt alleen niet het verloop van de weg, maar komt met haar BMW in zijn geheel op de linker weghelft te rijden. Op dat moment nadert een door een jonge vrouw bestuurde SEAT. Zij laat het gaspedaal los en remt, maar het is te laat. Een frontale botsing volgt op de, gezien vanuit de rijrichting van de BMW, linkerzijde van de in totaal 5,5 meter brede rijbaan. De 50-jarige vrouw zegt dat ze in slaap is gevallen. Ze zegt de nacht ervoor slecht te hebben geslapen.

Buitengewoon ernstig letsel
De jonge vrouw loopt buitengewoon ernstig letsel op. Zij zal daar de rest van haar leven last van hebben. De aanklager in hoger beroep zegt daarover het volgende: “Voor een jonge vrouw is het contrast tussen het leven voor en na het ongeval erg groot en bijzonder schrijnend. Zoals zij het zelf verwoordde, stond zij eerst actief in het leven. Door het opgelopen letsel is zij gedegradeerd tot een toeschouwer aan de zijlijn.”

Onoplettend en onachtzaam
De rechtbank spreekt de 50-jarige vrouw op 15 oktober 2019 vrij van een misdrijf. Wel krijgt de vrouw een werkstraf opgelegd van tachtig uur. Er is volgens de rechtbank namelijk wel sprake van een overtreding. Zij heeft gevaarlijk weggedrag vertoond. Het OM gaat in hoger beroep, omdat het vindt dat het in slaap vallen achter het stuur en het daardoor ernstig letsel toebrengen aan een medeweggebruiker zwaarder moet worden bestraft.

Kort gezegd is de rechtbank van mening dat het in slaap vallen achter het stuur de verdachte niet zodanig kan worden aangerekend, dat er sprake is van onoplettend en onachtzaam rijgedrag. Volgens de aanklager in hoger beroep is dat onjuist. “Er is hier geen sprake van het plotseling onwel worden of het verlies van het bewustzijn als gevolg van een ziekte. Het tijdens het rijden door vermoeidheid in slaap vallen komt geheel voor rekening van de verdachte en werkt niet verontschuldigend.”

Daardoor is er volgens de aanklager geen sprake van een overtreding, maar van een misdrijf in de zin van de wegenverkeerswet. Hij eist daarom een onvoorwaardelijke werkstraf van 120 uur. “Met de strafoplegging wordt in de richting van andere verkeersdeelnemers een waarschuwing gegeven dat verkeersdeelname voortdurend oplettendheid vereist. Een ongeluk schuilt immers in een klein hoekje. En ook uit kleine hoekjes komende ongelukken kunnen al snel leiden tot dood en ernstige letsels, met veel ellende voor de betrokkenen.”

Het Gerechtshof Arnhem doet over twee weken uitspraak.

(Bron: Transport Online)