Afgelopen januari liet de Rechtbank Rotterdam zich uit over de aansprakelijkheid van de wegbeheerder in een uitspraak. Specifiek over een ongeluk waar twee partijen bij betrokken waren, maar een van de partijen vond dat het ongeval kwam door een gevaarlijke weg.

Door mr. Dario Hekel

De Rechtbank Rotterdam gaf de eisende partij gelijk en oordeelde dus dat de wegbeheerder, hier de gemeente, aansprakelijk was. Een interessante uitspraak, in het voordeel van het slachtoffer. Reden om in een blog bij de uitspraak stil te staan. In het bijzonder staat de vraag waarom het slachtoffer in deze specifieke situatie de gemeente met succes aansprakelijk kon stellen centraal.

De situatie
De eisende partij reed op zijn motorfiets op de Olympiaweg in Rotterdam. Op enig moment reed hij langs een doodlopende zijstraat. Uit deze zijstraat kwam op dat moment een auto gereden, waardoor een ongeval ontstond. De bestuurder van de motorfiets liep letsel op.

De Olympiaweg heeft in beide rijrichtingen twee rijstroken. Op de rechterrijstrook stonden tot enkele meters voor de zijstraat auto’s geparkeerd. Om te waarschuwen voor de naderende uitrit plaatste de gemeente kort voor het ongeluk een ‘J8-bord’. Dit bord waarschuwt voor gevaarlijke kruispunten.

De doodlopende zijstraat leidde onder meer naar een garagebedrijf. De eigenaar van het garagebedrijf verklaarde dat hij de kruising met de hoofdstraat vanaf de zijweg erg gevaarlijk vond. Ook waren er al vaker ongevallen gebeurd. Daarvan had hij al eerder melding gemaakt bij de gemeente.

Verkeersongevallenanalyse
Na het ongeluk verrichtte de Dienst Regionale Recherche Forensische Opsporing een verkeersongevallenanalyse. Daarin concludeerden zij, kort gezegd, dat de doodlopende zijstraat niet correct als uitrit was aangegeven.

Volgens de officier van justitie, die het ongeval ook beoordeelde was ‘(…) de oorzaak van de aanrijding mogelijk (mede) (…) gelegen in de verwarrende en (daardoor) onveilige verkeerssituatie ter plaatse.’ De officier van justitie merkte ook op dat er meer van dit soort kruispunten waren op de Olympiaweg. Verschil met deze zijstraat was dat bij de andere kruisingen waarschuwingsborden stonden. Die borden gaven aan dat het verkeer op de zijstraten voorrang moest verlenen aan het verkeer op de Olympiaweg.

Eiser
De bestuurder van de motorfiets vindt dat de kruising onduidelijk en daardoor gevaarlijk was. En de gemeente deed daar niets aan, terwijl dat makkelijk had gekund. Het ‘J8-bord’ dat waarschuwde voor een gevaarlijke kruising was daarvoor onvoldoende, omdat het bord erg kort voor de zijstraat stond. Daarnaast verhinderden de geparkeerde auto’s het zicht op het bord. Ook waarschuwde het bord niet voor een gewijzigde voorrangssituatie, wat wel logisch was geweest. [Opmerking van de auteur: indien de uitrit niet correct als uitrit is weergegeven, wordt het kruispunt immers gezien als gelijkwaardig kruispunt. De partij die uit de zijstraat komt heeft op de Olympiaweg dan voorrang]. En op alle andere zijstraten van de Olympiastraat heeft het verkeer op de hoofdweg wel voorrang. Dit tezamen leidt volgens de bestuurder van de motorfiets tot aansprakelijkheid van de gemeente voor het ongeluk.

De gemeente
De gemeente vindt daarentegen dat de verkeerssituatie niet onduidelijk en gevaarlijk was. De uitrit was correct aangegeven als uitrit en dus niet gebrekkig. In het verlengde daarvan had de bestuurder van de motorfiets wel degelijk voorrang moeten krijgen van de automobilist.

Dat er een ‘J8’ bord (‘gevaarlijk kruispunt’) stond maakt het standpunt van de gemeente niet anders. Hoewel het bord mogelijk verwarring kon opleveren, was het bord niet door de eiser gezien. Dat gaf de bestuurder van de motorfiets immers ook zelf aan. Oftewel, ook dat er een mogelijk onhandig bord stond veroorzaakte het ongeval niet. De beide redenen waarom de gemeente aansprakelijk zou kunnen zijn gaan volgens de gemeente niet op.

Uitspraak rechtbank
De rechtbank begint in zijn uitspraak met het benoemen van de relevante wettelijke bepalingen en jurisprudentie.

Samengevat schrijft de rechtbank, op basis van het wettelijk kader, dat een wegbeheerder aansprakelijk is als de weg gebrekkig is. Van een gebrekkige weg is sprake als de weg niet aan de eisen die aan de weg mogen worden gesteld voldoet. Bij het concreet beoordelen of een weg gebrekkig is, dus of deze aan de eisen voldoet, zijn vervolgens meerdere factoren belangrijk.

Allereerst is de vraag hoe de weg, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken,  naar verwachting zal worden gebruikt. Dus de bestemming van de weg. Daarnaast is van belang hoe groot de kans op verwezenlijking van dat aanwezige gevaar is. Tot slot maakt het uit welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen de gemeente ter voorkoming van intreding van het gevaar kan treffen. Kiest de rechtbank toch voor een op zichzelf gevaarlijke indeling van een weg? Dan moet de gemeente maatregelen treffen om de weg toch veilig te houden. Bijvoorbeeld door te waarschuwen voor dat gevaar. Verkeersdeelnemers zijn immers niet altijd even voorzichtig. De gebrekkigheid van een weg kan dus ook volgen uit het niet waarschuwen voor een gevaarlijke situatie.

Gemeente aansprakelijk
Op basis van dit kader concludeert de rechtbank vervolgens dat de gemeente aansprakelijk is. Dit omdat het kruispunt wel degelijk gebrekkig was. De rechtbank benoemt hiervoor meerdere redenen.

Allereerst bleek uit de verkeersongevallenanalyse dat de verkeerssituatie inderdaad onduidelijk was. In tegenstelling tot wat de gemeente stelt, voldeed de zijstraat niet aan alle kenmerken van een (industriële) uitrit. Daarnaast vindt de rechtbank belangrijk dat ook de officier van justitie de verkeerssituatie onduidelijk vond.

Ook blijkt het gevaar van de kruising uit de voor de kruising geparkeerde auto’s. Deze ontnamen de bestuurder van de motorfiets zicht op verkeer uit de zijstraat. De kans dat een ongeval zou ontstaan door deze gevaarlijke situatie was dan ook groot. Dit blijkt ook uit de verklaring van de eigenaar van de garage. Deze verklaarde immers dat er al vaker ongevallen plaatsvonden op de kruising.

Tot slot weegt de rechtbank mee dat de gemeente het ‘J8-bord’ kort voor het ongeval plaatste. Maar in plaats van de situatie beter te maken, werd het daardoor juist slechter. Het bord stond volgens de regels te dicht op de kruising en was slecht zichtbaar door de geparkeerde auto’s. Ook de keuze voor het ‘J8-bord’ was dubieus. Het wijzigde de voorrangssituatie namelijk niet, maar waarschuwde alleen voor gevaar.

Andere veiligheidsmaatregelen trof de gemeente niet. Dat had wel van de gemeente verwacht mogen worden, omdat de gemeente rekening moet houden met onvoorzichtige verkeersdeelnemers.

Oftewel…
Het is mogelijk om een wegbeheerder, zoals de gemeente, aansprakelijk te stellen voor een ongeval met een andere partij. Daarvoor is dan alleen wel vereist dat de weg niet aan de eisen voldeed die aan de weg mochten worden gesteld. Daarbij zijn veel factoren van belang. In deze specifieke uitspraak is duidelijk dat meewoog dat er een onderzoek en meerdere verklaringen lagen. Al deze stukken onderbouwden het standpunt van de bestuurder van de motorfiets.

Overigens moet worden opgemerkt dat het niet altijd zal lukken om een wegbeheerder aansprakelijk te stellen. Het gaat de reikwijdte van deze blog te buiten, maar zie voor een recent voorbeeld waarin de wegbeheerder, ook een gemeente, niet aansprakelijk was. Dit betreft een uitspraak van Rechtbank Oost-Brabant d.d. 7 februari 2022.

(Bron: Vogelaar Bosch Spijer Advocaten)