De politie is aansprakelijk voor de schade van de aanslag in winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn in 2011, oordeelt de Hoge Raad. Bij de schietpartij overleden zes mensen en raakten er zestien gewond. De schutter, Tristan van der Vlis, doodde zichzelf.
Tristan van der Vlis had een legaal vuurwapen. Aan hem werd een wapenvergunning verleend door de politieregio Hollands Midden. Slachtoffers en nabestaanden vinden dat hij nooit een vergunning had mogen krijgen, omdat al bekend was dat hij leed aan psychische problemen. Daarom eisten zij een schadevergoeding. Het hof in Den Haag stelde hen eerder in het gelijk, maar de politie ging in cassatie. De Hoge Raad verwierp vandaag dat beroep van de politie.
Reactie Politie
De politie zegt in een reactie de uitspraak te respecteren. “Deze uitspraak betekent iets voor onze professionaliteit en ons vakmanschap”, zegt korpschef Erik Akerboom van Nationale Politie. “Wij moeten ons nu bezinnen op onze verantwoordelijkheid en hoe wij deze professioneel kunnen blijven uitvoeren.” Het proces van een wapenvergunning verlenen is al aangescherpt sinds de aanslag in Alphen, zegt de politie. Volgens Akerboom zou deze uitspraak kunnen betekenen dat de organisatie “in de toekomst anders omgaat met aanvragen en verleningen van wapenvergunningen”.
Toelichting Beer advocaten
Op 9 april 2011 schoot Tristan van der Vlis in winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn vijf mensen dood, verwondde hij zeventien personen (van wie een slachtoffer later alsnog overleed) en benam hij vervolgens zichzelf van het leven. Kort na deze tragedie werd bekend dat Tristan leed aan psychische stoornissen, maar niettemin van de politie wapenvergunningen had verkregen. Het deed vragen rijzen naar de rol van de politie bij het verlenen van wapenvergunningen aan mentaal onstabiele personen. De zaak werd vervolgens door de Rijksrecherche onderzocht en het Openbaar Ministerie heeft nadien over de conclusies daarvan gerapporteerd. Daarbij werd publiekelijk verkondigd dat de politie de voorgeschreven procedures voor de verlofverlening had gevolgd.
De slachtoffers en de nabestaanden hebben zich verenigd en hebben via hun advocaten inzage gevraagd in het rapport van de Rijksrecherche. Na veel discussie en procedures ontvingen de slachtoffers en nabestaanden een veelal zwartgelakte versie van het rapport. Uit deze documenten bleek dat de politie wist van de psychiatrische geschiedenis van Tristan en dat de politie fouten heeft gemaakt bij het verlenen van wapenvergunningen aan deze psychiatrische patiënt. Namens de slachtoffers en nabestaanden werd een civiele procedure tegen de Nationale Politie ingesteld. Hierin werd de rechter gevraagd een oordeel uit te spreken over de aansprakelijkheid van de politie.
De rechtbank en het gerechtshof in Den Haag hebben de door de slachtoffers en nabestaanden gepresenteerde feiten bevestigd en geoordeeld dat de politie onrechtmatig heeft gehandeld door Tristan wapenvergunningen te verlenen en deze ook nog eens te verlengen. De rechtbank oordeelde echter dat dit toch uiteindelijk niet tot gevolg had dat de politie aansprakelijk was voor de schade van de slachtoffers en nabestaanden. Dit oordeel werd in hoger beroep echter vernietigd. Het gerechtshof besliste dat de politie wel aansprakelijk was voor die schade. Tegen deze beslissing heeft de politie bij de Hoge Raad cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft op 20 september 2019 uitspraak gedaan. Daarbij werd het cassatieberoep van de politie verworpen en de aansprakelijkheid van de politie jegens de slachtoffers en nabestaanden aangenomen. Met dit oordeel bevestigde de Hoge Raad dat de politie haar veiligheidsverplichting jegens de samenleving heeft geschonden door een wapenvergunning te verlenen aan Tristan terwijl gevaar voor misbruik aan de orde was. Zie hier de geanonimiseerde uitspraak van 20 september 2019 in deze zaak.
Het spreekt voor zich dat de slachtoffers en de nabestaanden met instemming van deze beslissing kennisnamen. Hetzelfde geldt voor ons kantoor, dat de slachtoffers en nabestaanden tijdens de procedures mocht vertegenwoordigen. Voor meer informatie over deze zaak kunt u contact opnemen met John Beer of Christa Wijnakker. Zij zijn ook bereikbaar op telefoonnummer +31206732199.
(Bron: NOS/Beer advocaten)