De rechtbank Rotterdam deed vandaag uitspraak in meerdere zaken die zien op productaansprakelijkheid van Metal-on-Metal (MoM) heupprothesen van Biomet. Het centrale verwijt dat eisers Biomet maken is, dat de geplaatste heupprothesen gebrekkige producten zijn. Op dat principiële punt krijgen de eisers ongelijk.

Er zijn 17 eisers, verdeeld in twee groepen, elk met een advocaat. Bij ieder van eisers zijn in de periode 2004-2009 MoM-heupprothesen geplaatst die zijn geproduceerd en/of in het verkeer gebracht door Biomet. Zij houden Biomet als producent van de heupprothesen aansprakelijk voor de schade die zij ten gevolge van de gebrekkigheid van de heupprothesen hebben geleden.

Gezondheidsklachten
Eisers stellen in dat verband dat door frictie tussen de onderdelen van de MoM-heupprothese (in het bijzonder de kop en de kom) deeltjes (chroom en kobalt(-ionen)) vrijkomen. Die deeltjes komen in de bloedbaan en in de weefsels terecht en zorgen volgens eisers voor allerlei gezondheidsklachten. Biomet ontkent dat sprake is van een of meer gebreken en van schade ten gevolge daarvan.

Deskundigen
Er zijn eerder tussenvonnissen gewezen. Er bestaan Europese en Nederlandse regels over de vraag wanneer een product gebrekkig is. Dat is een complexe vraag, waaraan ook technische kanten zitten. De rechtbank heeft zich laten voorlichten door drie deskundigen. Uit de voorlichting door die deskundigen heeft de rechtbank afgeleid dat het inderdaad klopt dat er deeltjes vrijkwamen. Toch waren de (onderdelen van de) MoM-heuprothesen van Biomet toen ‘state of the art’. Dit gaat dus over de periode van 2004-2009, want toen hebben eisers die MoM-prothesen gekregen. Er waren van 2004-2009 geen mogelijkheden om goed te meten wat er vrijkwam aan deeltjes en welk risico dat meebracht.

Geen gebrekkige producten
Ook nu nog is er onduidelijkheid over de precieze effecten. Verder waren deze prothesen voor veel mensen een uitkomst. Met die prothese konden ze weer beter lopen, zonder pijn. Er waren toen wel andere prothesen, van ander materiaal, maar die hadden ook nadelen. Tegenwoordig zijn er, door technische ontwikkelingen, betere prothesen, maar die bestonden toen nog niet. Op het principiële punt krijgen eisers dus ongelijk, de onderdelen van de MoM-prothese en de hele prothesen waren geen gebrekkige producten. Biomet is dus niet op die grond aansprakelijk. Aan de problemen die eisers hebben ervaren en hun schade komt de rechtbank daarom niet toe.