Bij de rechtbank Den Haag begint vandaag een rechtszaak over vergoeding van de oorlogsschade die Nederlanders opliepen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië, zo’n tachtig jaar geleden. De zaak is aangespannen door vijftien individuele eisers en de stichting Japanse Ereschulden.
De overlevenden en nabestaanden vroegen de Nederlandse overheid en Japanse ambassade in Den Haag de afgelopen decennia tevergeefs om materiële en immateriële schadevergoeding. Er waren in totaal zo’n 350.000 Nederlandse slachtoffers van Japanse oorlogsmisdaden, van wie er nog zo’n 20.000 tot 50.000 leven.
De voorzitter van de stichting Japanse Ereschulden doet maandag zijn verhaal in de rechtszaal. “De Nederlandse staat heeft onze rechten op schadevergoeding weggecontracteerd’’, zegt hij tegen het AD. Hij doelt op het vredesverdrag tussen Nederland en Japan, gesloten in 1951. Daarin werd afgesproken dat Nederlandse slachtoffers van oorlogsmisdaden tijdens de Japanse bezetting in Nederlands-Indië geen schadeclaims bij Japan zouden indienen. Doordat Nederland die verantwoordelijkheid voor schadevergoeding niet overnam, iets wat de Verenigde Staten bijvoorbeeld wél deden, konden mensen zoals wij nergens terecht.
(Bron: AD)