De op een na oudste telg uit de familie Moszkowicz, Robert, is deze zomer tot twee keer toe ernstig de mist ingegaan in zijn dienstverlening als jurist. Dit blijkt uit twee afgelopen week gepubliceerde vonnissen van de rechtbank Amsterdam. De ex-advocaat maakte als juridisch adviseur onder meer enkele beroepsfouten in een zaak tegen een KNO-arts.

In 2014 wordt Moszkowicz als juridisch adviseur ingeschakeld door een vader, die een letselschadeclaim wil indienen tegen de behandelende arts van zijn dan vierjarige zoon. De kleuter heeft last van frequente neusbloedingen. Tijdens de behandeling treedt een complicatie op, waardoor het kind brandwonden oploopt op zijn wang.

Moszkowicz bevestigt de opdracht per brief en geeft daarbij aan dat indien ‘er geen tastbaar resultaat is behaald’, de vader een gedeelte van het voorschot à 1.500 euro terugkrijgt.

Beroepsfouten 
Nadat Moszkowicz, zonder resultaat, tot een minnelijke regeling met het ziekenhuis probeert te komen, besluit de vader tot een dagvaarding. Het komt tot een comparitie van partijen, waarbij zowel Moszkowicz als de vader schitteren door afwezigheid. De dan dienstdoende kantonrechter concludeert dat de vader onvoldoende heeft aangetoond dat de KNO-arts niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan.

De vader krijgt door deze uitspraak verschillende kosten in zijn maag gesplitst: de proceskosten, de buitengerechtelijke kosten, de kosten die het ziekenhuis maakte én het honorarium van Moszkowicz. De vader besluit daarom een zaak aan te spannen tegen zijn juridisch adviseur, om de kosten op hem te verhalen. Volgens de vader is Moszkowicz ‘toerekenbaar tekort geschoten’ en heeft hij verschillende beroepsfouten gemaakt.

Niet-ontvankelijk 
Ten eerste heeft Moszkowicz verzaakt om voor de vader een machtiging als wettelijke vertegenwoordiger van zijn zoon te regelen. Daarnaast neemt de vader het de voormalig advocaat kwalijk dat die ten onrechte stelde dat de comparitiezitting was verplaatst – waardoor ze niet aanwezig waren – en dat hij vooraf niet aangaf dat de kosten van de zaak ‘hoger zouden zijn dan het te verwachten resultaat’.

Het verweer van Moszkowicz? Volgens hem is de vader niet-ontvankelijk omdat die ‘niet als eiser in deze zaak kan worden aangemerkt, aangezien hij slechts optrad als wettelijk vertegenwoordiger van zijn zoon’.

Verder heeft de vader volgens Moszkowicz geen recht op de terugbetaling van het voorschot van 1.500 euro, ondanks dat de zaak weinig positief heeft uitgepakt. De jurist stelt namelijk dat de vader niet in hoger beroep is gegaan, waardoor het volgens de voormalig advocaat onduidelijk is ‘of het gerechtshof [dan] anders zou hebben geoordeeld’.

Kansloze zaak 
De Amsterdamse rechtbank gaat in een afgelopen week gepubliceerd vonnis uit juli dit jaar voorbij aan de verweren van Moszkowicz. Over de letselschadezaak maakte de ex-advocaat immers afspraken met de vader; hij is dan ook de opdrachtgever en logischerwijs niet de zoon, die ten tijde van het incident slechts vier jaar oud was. 

Wat betreft de beroepsfouten is de rechtbank onverbiddelijk: Moszkowicz had zijn cliënt moeten informeren over de verplichting tot een machtiging als wettelijk vertegenwoordiger. Ook heeft hij de vader verkeerd ingelicht over de zitting. Moszkowicz stelde dat deze was verzet, maar dit bleek achteraf niet te kloppen. Enkel over het kostenplaatje zou Moszkowicz wel juist hebben geïnformeerd.  

De rechtbank stelt verder dat de letselschadezaak hoe dan ook kansloos was geweest, zelfs al waren er geen beroepsfouten gemaakt. De kantonrechter sommeert Moszkowicz wel om het voorschot van 1.500 euro terug te betalen aan de vader, evenals de buitengerechtelijke en proceskosten in deze zaak.

(Bron: Advocatie)