Nederlandse strafrechters moeten vaker een schadevergoeding toekennen aan slachtoffers of nabestaanden van ernstige misdrijven. Nu stelt een rechter te vaak niet te kunnen oordelen over een schadevergoeding, waardoor slachtoffers naar de civiele rechter moeten stappen. Dat zegt Rosa Jansen van Slachtofferhulp Nederland tegen de NPO Radio 1-podcast Het Onderzoeksbureau. Volgens Jansen, zelf jarenlang strafrechter, moeten rechters die gaat werken in het strafrecht, beter gescreend worden op de kennis van strafrecht én civiel recht.
Gevorderde schadevergoedingen kunnen in het strafproces worden afgewezen, toegekend of niet-ontvankelijk worden verklaard. In dat laatste geval zegt de rechter niet te kunnen oordelen over de schadevergoeding, bijvoorbeeld omdat de vaststelling van de vergoeding een te grote belasting van het strafproces is. In dat geval wacht de gang naar de civiele rechter, die oordeelt over conflicten tussen burgers en organisaties onderling. De gang naar een civiele rechter is voor slachtoffers en nabestaanden vaak duur. En een toegekende schadevergoeding wordt bij de civiele rechter, in tegenstelling tot bij de strafrechter, niet voorgeschoten door de Nederlandse staat.
Daarom is het volgens Rosa Jansen van Slachtofferhulp “heel belangrijk” dat strafrechters vaker oordelen over een gevorderde schadevergoeding. Jansen zegt dat het “enorm grillig” is of strafrechters een schadevergoeding toekennen. “Het gebeurt te vaak dat een rechter het oordeel over een schadevergoeding doorschuift naar de civiele rechter. Sommige strafrechters zeggen gewoon dat ze er geen verstand van hebben. Ik vind dat niet goed genoeg, een strafrechter op zitting zou toch voldoende toegerust moeten zijn op zijn taak. Daarom vinden wij dat de selectie van rechters hiervoor beter moet.”
De Raad voor de Rechtspraak laat weten dat het strafproces primair een strafproces is tegen de verdachte en geen civiel proces. De Raad ziet dat tegenwoordig steeds vaker omvangrijke en complexe vorderingen worden ingediend door gespecialiseerde advocaten, en zegt dat dan een reële kans bestaat dat zo’n vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard. De Raad voor de Rechtspraak noemt strafrechters “deskundig” voor de eenvoudige civiele procedure binnen het strafrecht, maar geeft aan dat het strafrecht momenteel niet is ingericht om tegelijkertijd een volwaardig civiel proces te laten plaatsvinden.
(Bron: WNL)