Recent oordeelde de rechtbank Overijssel over het verzoek tot vaststellen van aansprakelijkheid voor de schade die een destijds 7-jarig meisje heeft geleden en nog zal lijden ten gevolge van een val van een pony.

Door mr. Rick van Baal

Wat is er gebeurd?
Het 7-jarig meisje volgde vanaf september 2007 paardrijlessen bij de manege. Tijdens de les die plaatsvond op 16 januari 2008 reed zij op een andere pony dan gebruikelijk. Het paard dat voor haar reed maakte een plotselinge beweging waar haar pony van schrok. Haar pony maakte door het schrikken een onverwachte beweging, waardoor het meisje van de pony viel. Zij kwam zeer ongelukkig op haar linker arm terecht.

Zij hield aan haar val een gecompliceerde open botbreuk in haar linker arm op inclusief fors zenuwletsel. Ruim acht jaar later ervaart zij nog veel klachten door het opgelopen letsel. Op 1 september 2016 stelt zij via haar advocaat de manege aansprakelijk.

Verloop procedure
Volgens de verzoekende partij, het meisje, is de manege aansprakelijk op grond van de risicoaansprakelijkheid van de manege voor het paard ex artikel 6:179 jo 6:181 BW.

Partijen zijn het erover eens dat de val van de pony is veroorzaakt door de eigen energie van de pony en dat de pony door de manege bedrijfsmatig werd gebruikt. Op grond van het bepaalde in artikel 6:179 juncto 6:181 BW rust de aansprakelijkheid voor schade als gevolg van het onberekenbare gedrag van de pony daarom in beginsel op de manege. De manege doet echter ook een beroep op eigen schuld ingevolge artikel 6:101 BW. De rechtbank oordeelt als volgt.

Hoewel het meisje op een andere pony reed dan gebruikelijk het geval was, zijn partijen het erover eens dat de pony waar zij tijdens het ongeval op reed een rustige, gehoorzame pony was. De val van de pony ontstond al na 10 meter; alles ging dus heel snel. Ook staat vast dat het meisje pas sinds enkele maanden aan het lessen was en dus een onervaren ruiter was. Alles wijst er volgens de rechtbank op dat de val van de pony is veroorzaakt door de eigen energie van het dier. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten om anders te oordelen.

De rechtbank heeft dus niet kunnen vaststellen dat sprake is van aan feiten of omstandigheden die toe te rekenen zijn aan het meisje anders dan dat zij heeft deelgenomen aan de rijles. Er moet van worden uitgegaan dat het ongeval het gevolg is geweest van het onberekenbare gedrag van de pony vanwege de eigen energie van het dier. Ook is niet gebleken dat de manege enig bijzonder verwijt treft: het was een geschikte pony, de les was afgestemd op het juiste niveau en er is geen onjuiste instructie gegeven. In het licht hiervan en rekening houdend met de ernst van het letsel van acht de rechtbank een causale verdeling van 60% voor de manege en 40% voor het meisje op zijn plaats.

De uitspraak kunt u hier lezen.

(Bron: Jeroen Bosch Advocaten)