De rechtbank in Rotterdam heeft een vrouw veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 2.000 euro aan haar broer voor het geheimhouden van de crematie van haar vader. De uitspraak is gebaseerd op ongeschreven rechtsregels voor een fatsoenlijke omgang en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

De vader sterft op 12 oktober 2020, midden in de coronatijd. De vrouw zou de begrafenis regelen. Omdat zij al geruime tijd ruzie heeft met haar broer, doet ze aan hem geen mededelingen over wanneer de uitvaart zal plaatsvinden. Ze geeft vanaf 15 oktober op geen enkele vraag hierover van haar broers advocaat antwoord. Daarop wordt door de broer een kort geding aangespannen. De zaak komt voor op 19 oktober en dan blijkt dat vader al op 16 oktober gecremeerd is. Volgens de zoon was een begrafenis de uitdrukkelijke wens geweest van zijn vader, en niet een crematie.

Smartengeld voor gemiste uitvaart
De broer start een bodemprocedure waarin hij een immateriële schadevergoeding van 8.000 euro omdat hij de uitvaart van zijn vader heeft gemist. Daarbij wil hij ook de kosten vergoed zien van een urn die hij ter herdenking heeft laten plaatsen op een begraafplaats.

Het oordeel van de rechter
De rechter veroordeelt de zus op basis van een ongeschreven rechtsregel, die er op toeziet dat je in dit soort gevallen ‘netjes met elkaar om hoort te gaan.’ Daarnaast is artikel 8 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens van toepassing. Het is een grondrecht met betrekking tot eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven. “Hoe verstoord de familieverhoudingen ook zijn, een zus behoort haar broer te informeren over de uitvaart van hun vader, al helemaal als herhaaldelijk om die informatie wordt gevraagd.”

De rechter gaat niet mee met het verweer van de zus dat de crematie midden in de coronatijd plaatsvindt, en dat daarom niemand erbij aanwezig mag zijn: “Een coronamaatregel met de strekking dat helemaal niemand bij de uitvaart aanwezig mocht zijn, heeft nooit bestaan.”

Of de wens van de vader een begrafenis of een crematie is, laat de rechter in het midden. Daar is domweg geen bewijs voor.

Het smartengeld dat de vrouw haar broer moet betalen, wordt op 2.000 euro vastgesteld.