Een motorrijder reed met 131 km/u in een straat waar 50 km/uur was toegestaan en kwam daarbij zwaar in aanrijding met een man op een Vespa-scooter. De motorrijder vroeg de rechtbank om vergoeding van zijn letselschade, omdat de scooterrijder hem voorrang had moeten verlenen.

Het ongeval gebeurde rond het middaguur in oktober 2020 in Eindhoven. De man kwam in botsing met de Vespa-rijder toen hij op zijn Yamaha-motorfiets de weg overstak. Beiden liepen ernstige verwondingen op, zo blijkt uit het vonnis van de rechtbank Den Bosch dat maandag is gepubliceerd.

De motorrijder eist de helft van de schade op bij Achmea, de verzekeringsmaatschappij van de Vespa-rijder. Volgens zijn advocaat bleef hij last houden van klachten en beperkingen als gevolg van het ongeval. “Hoewel hij te hard reed, geldt de voorrangsplicht ook voor verkeer dat zich niet aan de verkeersregels houdt.” Volgens de advocaat had de Vespa-bestuurder beter moeten opletten bij het oversteken.

Uit politieonderzoek bleek dat de Yamaha-coureur naderde met een snelheid van ongeveer 131 km/u en begon hij te vertragen ongeveer 44 m voor de botsing. De botssnelheid werd geschat op 85 kilometer per uur. Ondanks de alarmerende snelheid had de Vespa-rijder de motor volgens de politie kunnen zien naderen. “Het is echter denkbaar dat de Vespa-coureur op dat moment van observatie en beslissing de snelheid van de Yamaha verkeerd heeft ingeschat”, aldus de onderzoekers. Uit het onderzoek bleek ook dat als de motorrijder zich gewoon aan de snelheidslimiet had gehouden, het ongeval niet had plaatsgevonden.

De rechtbank oordeelde dat de Vespa-bestuurder een verkeersfout maakte door geen voorrang te verlenen. “Vaak is een voorrangsfout in het verkeersrecht ernstiger dan te hard rijden. Maar dit is hier niet het geval”. De rechtbank concludeerde dat de motorrijder “extreme, en dus bijzonder ernstige, snelheidsovertredingen had begaan die in belangrijke mate hebben bijgedragen aan het ongeval”. Daarom oordeelde de rechter dat de motorrijder 100% van de schade moet dragen. De man moest ook de advocaatkosten van de verzekeringsmaatschappij betalen, die in totaal ruim 4.600 euro bedroegen.