Opnieuw verlaagt de Europese Centrale Bank donderdag de rente, nog een stukje verder onder nul. Historisch een uniek experiment dat bedrijven moet aanzetten te investeren, en consumenten om hun geld uit te geven. Overheden moeten wel meedoen.

Als je een oldtimer wilt stallen in een garage, of een caravan bij de boer, of een veilige plek zoekt voor een schilderij, is het niet zo gek als dat iets kost. Voor spaargeld dat we veilig op een rekening bij de bank zetten, verwachten we zelf een vergoeding te krijgen, rente dus. Althans, zo ging dat vroeger.

Want die rente op spaarrekeningen is momenteel nul of bijna nul – negatief zelfs voor wie hele grote bedragen bij de bank parkeert – en komt alleen maar verder onder druk te staan als de Europese Centrale Bank donderdag de rente verder verlaagt. Van min 0,4 naar min 0,5 is de verwachting. Zo’n maatregel werkt door in de financiële markten. Hoe dieper de rente onder nul duikt, hoe groter de kans dat spaarders straks moeten betalen. Zou dat niet oneerlijk zijn? Spaarders hebben toch recht op rente?

Welnee, zegt econoom en auteur Robin Fransman, als Chef Geld verbonden aan De ­Argumentenfabriek. “Haal die 100.000 euro maar van de bank, als je het zo oneerlijk vindt. Duizend briefjes in een koffer. En dan kom je thuis met een ton. Waar laat je het geld? Het valt niet onder de inboedelverzekering. Je moet een kluis gaan kopen, liefst brandwerend, en daar gaat je eerste duizendje aan onkosten. Je kunt worden overvallen en zult de beveiliging van je huis moeten verbeteren. Dat is het tweede duizendje al.”

Geld bewaren is nog niet zo makkelijk en kost geld. Als de bank kosten maakt om jouw geld te bewaren, is een bewaartoeslag dus niet onredelijk, zegt Fransman. Banken maken meer kosten, omdat ze sinds enkele jaren zelf boeterente moeten betalen als ze hun overtollige geld bij de centrale bank parkeren.

“En is het wel zo vanzelfsprekend dat spaarders rente krijgen? Wist je dat het banken in de Verenigde Staten decennialang verboden was om rente te betalen op geld dat direct opneembaar was?” zegt Fransman. Van de jaren dertig tot in de jaren tachtig waren daar regels voor. “Men vond het ethisch en economisch onverantwoord om mensen te vergoeden voor iets, waarop ze totaal geen risico liepen. Als je rente wilde, moest je het geld maar vastzetten voor een langere periode.”

Negatieve rente, waarom eigenlijk?
Het went maar niet, die lage rente. Voor spaarders niet en voor pensioenfondsen niet, die mogelijk moeten korten op hun uitkeringen. Ook al bestaat het verschijnsel al vijf jaar.

In juni 2014 kondigde president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank aan dat depositorente van 0,0 naar min 0,1 procent zou gaan. Dit is het tarief waartegen de banken overtollige reserves stallen bij de centrale bank. De werkloosheid was hoog in de eurozone, zei hij, en de inflatie bleef met 0,5 procent lager dan gewenst. Om de vraag te stimuleren, verlagen centrale banken de rente. Als geld lenen goedkoper wordt, zullen bijvoorbeeld bedrijven gaan investeren, is het idee.

Meteen vroeg een journalist aan Draghi wat hij te zeggen had tegen spaarders die door het rentebeleid van de ECB hun geld zien verdampen. De rente was immers lager dan de inflatie. Hij antwoordde onder meer hoe belangrijk het was voor de pensioenen dat de economie zou aantrekken. Als er herstel is, gaat de rente omhoog. Groei was het hogere doel. Daar heeft iedereen baat bij.

Maar het bleek lastig om de inflatie richting de gewenste 2 procent te krijgen en de afgelopen jaren ging de rente stapsgewijs steeds verder omlaag. Inmiddels is die min 0,4 procent. Een ondergrens is er eigenlijk niet. Zwitserland zit bijvoorbeeld op min 0,75 procent.

Samen met het overige stimuleringsbeleid van de centrale bank in Frankfurt, zoals het massaal opkopen van obligaties, heeft dat negatieve rentetarief ervoor ­gezorgd dat er inmiddels miljarden aan waardepapieren worden verhandeld met een negatieve rente. Voor de ECB is het extreme stimuleringsbeleid een groot ­experiment en wetenschappers onderzoeken de effecten ervan.

Duizend jaar positieve rente
Historisch gezien is negatieve rente een nieuw verschijnsel, zegt hoogleraar monetaire economie Casper de Vries, die als raadslid meeschreef aan het rapport ‘Geld en schuld’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. De Vries haalt een grafiek tevoorschijn van de langlopende rente in Nederland sinds het jaar 1000, gebaseerd op onderzoek van Sydney Homer en zichzelf. In de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw lag de rente op z’n gat, maar negatief wordt de grafiek tien eeuwen lang nooit.

Dat negatieve rente zo’n uniek verschijnsel is, komt doordat het goed te ­verklaren is dat een kredietverstrekker positieve rente krijgt. Hij loopt namelijk risico.

“Wat bepaalt de rente? Drie factoren spelen een rol”, zegt De Vries. Allereerst het kredietrisico: hoe langer de looptijd, hoe onzekerder het is dat je het geld terugkrijgt. Verder het inflatierisico: het bedrag dat de kredietverstrekker uiteindelijk terugkrijgt, wordt in de loop der tijd minder waard. En daarnaast krijgt hij compensatie voor het feit dat hij het geld zelf niet kan uitgeven. Dat noemen ze de tijdsvoorkeur.” Opgeteld leidt dat tot een vergoeding, de rente.

Die factoren gelden nog altijd. “Daarom meen ik dat het risico niet goed is ingeprijsd in de markt. Dat komt door het beleid van de ECB, die een grote opkoopcapaciteit heeft, en dat is zorgwerkend. Ik denk niet dat de rente negatief was ­geworden als centrale banken niet op zo’n grote schaal obligaties waren gaan opkopen, met de belofte daar voorlopig mee door te gaan.”

Commerciële banken kunnen nog wel verdienen bij een negatieve rente, zolang de marge tussen aangetrokken en uit­geleend geld in hun voordeel uitvalt. ­Pensioenfondsen en levensverzekeraars kunnen dat spelletje niet spelen, en voor hen is de situatie veel problematischer, zegt De Vries.

Werkt het beleid?
De ECB kan het niet alleen. Dat zei Christine Lagarde, de voormalige topvrouw van het Internationaal Monetair Fonds en de aanstaande opvolger van Mario Draghi bij de centrale bank, vorige week in het Europees Parlement. Zij vindt dat Europese overheden meer moeten investeren. Het zal haar deugd doen dat de ­Nederlandse regering dat van plan is, met miljardeninvesteringen in infrastructuur, publieke sector en innovatie.

Dankzij de lage rente zijn zulke investeringen goedkoop. Maar aan gratis geld zitten ook weer risico’s. Het kan voor bubbels zorgen. Bijvoorbeeld in het vastgoed of op de beurzen. “En particulieren moeten ook voorzichtig zijn. Denk aan de huizenbezitters die hun baan verloren in de vorige crisis”, zegt De Vries. Maar een stabiele overheid kan nu zijn slag slaan.

“Het is raar”, zegt Robin Fransman over het stimuleringsbeleid van de ECB, “om zulke extreme maatregelen te nemen, terwijl er geen crisis is. Iedereen heeft te eten, de werkloosheid is laag en de inflatie is laag maar wel positief.”

De maatregelen van de ECB lokken ook bredere kritiek uit. Bij een nieuwe recessie of crisis heeft de centrale bank geen instrumenten meer over.

Vergrijzing
Dat de inflatie laag blijft, heeft te maken met oorzaken die niet zomaar verdwijnen. Zoals globalisering: de lage lonen in verre productielanden zetten de lonen in Europa onder druk. En de vergrijzing: niet alleen in Nederland, maar ook in de VS, Japan en China. Veel mensen sparen voor een pensioen en gaan op zekere leeftijd minder consumeren.

Neem daarbij nog de geopolitieke onzekerheid die voortkomt uit de brexit en de handelsoorlog tussen de VS en China. Door de angst voor een volgende recessie zoeken veel partijen veilige beleggingen, zoals Nederlandse of Duitse staatsobligaties. En dat drukt de rente nog verder omlaag.

Sparen klinkt veilig en verstandig, maar dat is niet altijd zo, zegt Fransman. “Zet niet al je geld op de bank om voor je oude dag te sparen. Met deze lage rente, die nog twintig jaar kan duren, is dat een lijdensweg. Investeer liever in de echte economie. Los de hypotheek op het huis af: op je oude dag is gratis wonen enorme winst. Maak de woning klimaatneutraal: het rendement op zonnepanelen is hoger dan op spaargeld. Neem een moestuin. Of benut de lage rente om een vakantiehuisje te kopen dat je kunt verhuren. Veel mensen weten niet wat voor financiële mogelijkheden ze hebben. Het zit ook niet zo in onze cultuur om die mogelijkheden te benutten.”

Commerciële banken aarzelen om de stap te nemen, om ook voor ‘gewone’ spaarders door de bodem van 0 procent rente heen te zakken. Dat is omdat ze toch bang zijn dat mensen massaal hun geld gaan opnemen. En toch overwegen ze het. ING-topman Ralph Hamers sloot de mogelijkheid laatst niet uit.

“De kans is klein”, zegt Fransman. “Toch kan het gebeuren als mensen hun leven niet beteren.” In zijn boek ‘Sparen is geen deugd’ legde hij een paar jaar terug uit waarom het huidige spaargedrag op macroniveau onhoudbaar is. De rente zal steeds verder zakken als iedereen maar blijft sparen.

“Als de ECB zo doorgaat, komt er een dag dat mensen hun spaargeld gaan uit­geven, zoals ook de bedoeling is van de ECB. En dan kunnen ze genieten van hun centen.”

Een negatieve rente, leg dat maar eens uit in de klas
Rowan Nijboer, docent economie van middelbare school Het Vlier in Deventer: “Ik krijg van leerlingen weleens de vraag waarom de spaarrente zo laag is. Verder is het begrip negatieve rente zo abstract, dat het in de klas vooral verbaasde reacties oproept: ‘Hoe kan dat in hemelsnaam, een negatieve rente? Waarom zou je je geld uitlenen als je er niks voor terugkrijgt?’

Het gaat ook in tegen alle economische wetten. In de boekjes staat dat je een hogere rente krijgt als je geld uitleent met meer risico of voor een langere duur. Je leent 100 euro uit en vangt na een jaar bijvoorbeeld 105 euro. Wat nu ­gebeurt, is dus totaal omgekeerd aan wat we gewend zijn. Dat komt door een gigantisch en bizar experiment van de Europese Centrale Bank, die de rente steeds verder verlaagt en allerlei schulden opkoopt. De gevolgen daarvan zijn nu zichtbaar.

Als consumenten zullen we een negatieve rente, denk ik, nooit accepteren. Dan halen we het spaargeld liever van de rekening af. Maar grote partijen, zoals pensioenfondsen, moeten ook grote bedragen kwijt en zijn verplicht om die veilig te beleggen. Zoals in Nederlandse en Duitse staatsobligaties. De vraag is naar obligaties is al groot en daar komen de stimulerende aankopen van de ECB nog bij. Als er veel vraag is, dan stijgt de prijs – die economische wet geldt nog wel – en daardoor daalt het rendement van zo’n obligatie onder nul: de effectieve rente.

Beleggen in aandelen wordt hierdoor interessant en die zijn nu hooggewaardeerd. In het verleden hebben we zeepbellen gezien in het vastgoed en op de aandelenmarkt. Dus dat is iets om op te ­letten. Op school hebben we voor de ­zomervakantie meegedaan aan de nationale beleggingswedstrijd. Van de 400 schoolklassen werden we met twee groepen eerste en tweede. Ik geloof zelf in beleggen voor de lange termijn. Maar we hadden nu iets meer gegokt en dat heeft goed uitgepakt.

Normaal leer je kinderen dat ze voorzichtig zijn met schulden. Eerst sparen, dan uitgeven. Maar het is denk ik een goed idee als de overheid de lage rente gebruikt voor investeringen. Bijvoorbeeld in het onderwijs. Dat biedt een mooi rendement op de lange ­termijn biedt. Die investering ­betaalt zich altijd terug.”

(Bron: Trouw)