LetselLab heeft zich donderdag gewaagd aan een even complex als controversieel onderwerp: rekenrente. Rekenrente is het verschil tussen inflatie en rendement. Door economische ontwikkelingen is de rekenrente de afgelopen jaren sterk gewijzigd. Dat heeft invloed op de berekening van toekomstschade. Er zijn grote financiële belangen mee gemoeid, van enerzijds de slachtoffers en anderzijds verzekeraars. In LetselLab bespraken advocaat Jolanda Broeders en rekenkundigen Menno Neeser en Jochem van Rossum de achtergronden, effecten en verschillende zienwijze van rekenrente.

Bij de introductie van de gasten bleek dat het niet was gelukt om iemand van verzekeraars in de uitzending te krijgen die zich aan het onderwerp rekenrente wilde branden. Dat geeft al aan hoe gevoelig het onderwerp ligt in de branche. Het Verbond van Verzekeraars liet eerder dit jaar econoom Lex Hoogduin met een aantal wetenschappelijke aanbevelingen komen, die door belangenbehartigers vervolgens hevig zijn bekritiseerd. Daarmee is het onderwerp rekenrente nog meer ‘op scherp’ komen te staan.

Dat ziet ook rekenkundige Menno Neeser (NRL): “In de veertig jaar dat ik in het vak werkzaam is de situatie niet eerder zo extreem geweest. Er is heel lang gevochten om te komen tot zes procent rendement, nadat in de jaren tachtig de rentes zo rond de 10 procent lagen. Inmiddels is er veel veranderd. De praktijk van zes procent rente en 3 procent inflatie staat al lange tijd ter discussie, maar is desondanks tot 2018 de standaard gebleven. Totdat een rechterlijke uitspraak in 2019 een kentering inluidde”.

Slachtofferadvocaat Jolanda Broeders (Asselbergs & Klinkhamer Advocaten) was bij die belangrijke ontwikkeling betrokken: “De uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft niet alleen voor mijn cliënt, maar voor de hele branche veel betekend. Er was voordien al een en ander gaande, want De Letselschade Raad had al getracht partijen op één lijn te krijgen, maar daar kwamen partijen niet uit. Deze discussie gaat om grote financiële belangen. In de zaak die toen onder de rechter was, ging het om een verschil voor het slachtoffer, een meisje van 13,  van een bedrag rond de drie ton. Als advocaat heb ik bij de rechter aangegeven dat we niet meer kunnen rekenen met de 6-min-3-methode, want die percentages halen we allang niet meer. Daar is de rechter, en nadien nog een aantal meer, in mee gegaan. Uiteindelijk heeft de rechtspraak de handschoen opgepakt en is met een richtlijn gekomen, daar waar dat eerder in de letselschadebranche niet was gelukt”.  

Rekenkundige Jochem van Rossum (Segdwick): “We moeten uitspraken doen over de toekomst en niemand van ons heeft een glazen bol om in te kijken. Er is een aanbeveling opgesteld waarin uitgangspunten worden genoemd, maar daar is wel een en ander op aan te merken. Met name over de periode na twintig jaar. Voor de lange termijn moet je een grondslag vinden die reëel is”.

Broeders heeft wel houvast aan de richtlijn, maar constateert ook dat verzekeraars veelvuldig met andere voorstellen komen: “Iedere verzekeraar komt weer met andere bedragen, rente- en inflatiepercentages, de één gaat uit van twee periodes, de ander van vier. Verzekeraars zitten niet op één lijn. En met het advies van Hoogduin kan de praktijk helemaal niet uit de voeten, dat is helemaal niet uitvoerbaar”.

Wil je de uitzending van LetselLab terugkijken? Hou de website in de gaten!

Over LetselLab
LetselLab is een open online discussieprogramma over letselschade. Regelmatig komen we bij elkaar om kennis en ervaring uit te wisselen over actuele en interessante thema’s. LetselLab wordt voor en door de branche georganiseerd en is gratis toegankelijk.