Het LOVCK (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton) en het LOVCH (Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel Hoven) hebben aanbevelingen gedaan over de rekenrente aan rechters voor de behandeling van personenschadezaken. Gelet op de actuele rentestanden zijn de percentages in de aanbevelingen aangepast.

Rechters zijn vrij van de aanbevelingen af te wijken wanneer daar goede argumenten voor zijn. Bovendien zijn de rechters uiteraard gebonden aan het partijdebat. De aanbevelingen worden periodiek – eenmaal per jaar – herzien en zo nodig aangepast. Ook in bijzondere situaties waarin het evident is dat de aanbevelingen moeten worden aangepast, bijvoorbeeld bij een grote verandering in de spaarrente of inflatie, kunnen de aanbevelingen tussentijds worden herzien en aangepast.

Het uitgangspunt bij het vaststellen van de rekenrente is dat gewaarborgd wordt dat het slachtoffer zijn toekomstschade daadwerkelijk kan dragen. Er wordt gewerkt met een systeem van drie periodes, elk met een eigen percentage op basis van eigen uitgangspunten:

  • Voor de jaren 0 tot 5 wordt bij het rendement uitgegaan van de gemiddelde spaarrente op een vrij opneembare spaarrekening, deze is nu 0%. Voor de inflatie wordt uitgegaan van de voorspellingen van het CPB voor de komende vijf jaren van de consumentenprijzen (afgerond op halve percentages).
  • De rente voor de jaren 5 tot 20 is het berekende gemiddelde van de 3 hoogste aanbieders van 5, 10 en 15-jaars spaardeposito’s (eveneens afgerond op halve percentages). Deze banken vallen onder het Nederlandse depositogarantiestelsel. Voor de inflatie wordt uitgegaan van 2%. Dat is het percentage waar de Europese Centrale Bank (ECB) naar streeft en dat ook ongeveer overeenkomt met het langjarig gemiddelde inflatiepercentage. De Ultimate Forward Rate (UFR), een berekende risicovrije rente voor langjarige contracten, die is opgebouwd uit een schatting van de rekenrente en de verwachte inflatie voor de lange termijn, gaat ook uit van een inflatie van 2%.
  • Voor de jaren vanaf 20 jaar wordt bij het rendement uitgegaan van de actuele rentecomponent van de UFR (oude methode). Voor de inflatie wordt uitgegaan van de al genoemde 2%.
PeriodeRenteInflatie
0-5 jaar0%2%
6-20 jaar0,5%2%
> 20 jaar1,5%2%

De Expertgroep hecht eraan te benadrukken dat het belangrijk is een onderscheid te maken tussen het begroten van de toekomstige jaarschade en het contant maken van die schade. Deze aanbevelingen zien alleen op de tweede stap, het contant maken van de begrote toekomstige jaarschade.

Lees de aanbevelingen hier.


WIL JE NIETS MISSEN?

In de nieuwsbrief van Letselschade.NU staan alle nieuwsberichten, columns en interviews die in de voorafgaande week zijn verschenen. De nieuwsbrief wordt iedere zaterdagmorgen verzonden.