Mensen die letselschade oplopen, krijgen meestal te maken met een terugval in inkomen. Bijvoorbeeld omdat ze geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt raken. Wanneer er sprake is van verlies van arbeidsvermogen, is er vrijwel altijd ook pensioenschade. Het is een ingewikkeld onderwerp, omdat deze schade niet direct zichtbaar is en zich pas manifesteert vanaf het moment van pensionering. Bovendien zijn er veel verschillende pensioenregelingen met elk hun eigen systematiek en voorwaarden. Het bepalen van pensioenschade is daarom geen sinecure. Daarover vertelt senior-rekenkundige Erik-Jan Bakker van de Bureaus.
Door Martijn van Driel
De vaststelling van pensioenschade draait om de vraag wat het slachtoffer aan pensioen zou hebben ontvangen als het ongeval niet had plaatsgevonden. Het gaat dus om inkomensschade na het 67e of 68e levensjaar. “Daar treedt, als er sprake is van arbeidsongeschiktheid, in 99 van de 100 gevallen schade op,” zegt Erik-Jan Bakker. “Soms gaat het om een klein verschil en soms om een fors verschil. Dat is afhankelijk van factoren zoals leeftijd, het veronderstelde carrièreverloop zonder ongeval en de pensioenregeling waaraan het slachtoffer deelneemt. Pensioenschade is een evident onderdeel van een letselschade.”
Niet waar!
Het kan lastig zijn om de pensioenschade goed in kaart te brengen, weet Bakker. “Om te proberen het eenvoudiger te maken, wordt wel eens gezegd dat de pensioenschade altijd grofweg 10% is van het verlies van arbeidsvermogen. Deze benadering is onzinnig. Het is een poging om de complexe materie plat te slaan. Maar met dit soort tegeltjeswijsheden sla je in concrete situaties de plank mis en doe je de benadeelde tekort. Beter is het de pensioenschade gewoon te laten berekenen en daarbij dezelfde mate van nauwkeurigheid te betrachten als bij de begroting van de schade tot de pensioenleeftijd.”
Het is voor een zorgvuldige schadeberekening belangrijk om goed inzicht te hebben in de systematiek en de juiste informatie beschikbaar te hebben. “Belangrijke vragen zijn: hoe zijn de arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen binnen de pensioenregeling? Wat is er geregeld op het gebied van de premievrije voorzetting? En is de premievrije voortzetting al aangevraagd en/of toegekend? Dit moet goed uitgezocht worden, om tot een goede berekening te kunnen komen.”
Uitdagingen
De vaststelling van pensioenschade kent, afhankelijk van de kenmerken van de zaak, de nodige uitdagingen. “Veel van de uitgangspunten die gelden voor de berekening van het verlies van arbeidsvermogen, hebben 1-op-1 gevolgen voor de pensioensituatie. Het gaat om aannames over het carrièreverloop van het slachtoffer en de salarisstappen die daar redelijkerwijs bij horen. En wat is er in de toepasselijke pensioenregeling geregeld omtrent premievrije voortzetting bij blijvende arbeidsongeschiktheid? Bij pensioenschade ga je uiteindelijk kijken naar de financiële consequenties na pensionering. Bepalend voor de rekenkundige aanpak is onder andere welk type pensioenregeling van toepassing is. Betreft het een middelloonregeling of een beschikbare premieregeling? Bij deze laatste heb je te maken met extra risico’s, waar je bij de schadevaststelling rekening mee moet houden.”
Pensioenschade – een illustratie…
Wanneer sprake is van arbeidsongeschiktheid bieden veel pensioenregelingen recht op premievrije voorzetting van de opbouw van het pensioen. De hoogte van deze voortzetting is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Bij volledige arbeidsongeschiktheid is deze voortzetting overigens zelden ook 100%. Veelal bedraagt de voortzetting maximaal 70% en in sommige regelingen is dit zelfs maar maximaal 50%. De grondslag waarover de voortzetting vervolgens wordt toegepast is het inkomen ten tijde van de arbeidsongeschiktheid. Dit betekent dat, als het inkomen tot aan de pensioenleeftijd in de hypothetische situatie ongewijzigd zou zijn gebleven, er jaarlijks al minimaal 30% minder pensioen zal worden opgebouwd. Wanneer er wel sprake zou zijn van een groei van het inkomen zal dit verschil alleen maar groter worden. Mede afhankelijk van de resterende looptijd kan dit uiteindelijk resulteren in een fors lager ouderdomspensioen dan in de hypothetische situatie zonder ongeval het geval zou zijn geweest.
Toekomstige ontwikkelingen
Het pensioenakkoord, dat de komende jaren door de pensioenfondsen en andere uitvoerders zal worden ingevoerd, zal ook z’n impact hebben op de letselschadepraktijk. “We gaan een interessante tijd tegemoet. Het akkoord biedt de nodige handvatten. Er zal met een meer reëel beeld naar pensioenschade worden gekeken, de focus komt namelijk meer te liggen op de premie-inleg dan op de in de toekomst te verwachten uitkering. Daardoor wordt het niet per definitie eenvoudiger, maar ik zie wel kansen en mogelijkheden om het beter te kunnen doen dan we tot nu toe met de huidige systematiek hebben gedaan.”
Actuele basiskennis
Hoewel pensioenschade een complex vraagstuk is, vindt Bakker dat de letselschadeprofessional over voldoende en goede basiskennis van deze schadepost dient te beschikken. “Het gaat om één van de meest complexe elementen in de berekening. De schadebehandelaar dient te weten wat de verschillende definities inhouden en vervolgens begrip hebben van de onderlinge samenhang en consequenties van de gekozen uitgangspunten op de uiteindelijke pensioenschade. Dat geldt ook zeker voor belangenbehartigers, want zij moeten de schade aan hun cliënten uit kunnen leggen. Ze moeten een goede inschatting kunnen maken van de mogelijke schade, op basis van de juiste informatie, om de juiste koers te kunnen bepalen. De aandacht voor pensioenschade in de basisopleidingen Personenschade is niet overweldigend en bovendien is ook dit specifieke gebied aan ontwikkelingen onderhevig. Je moet je kennis in grote lijnen actueel houden. Daarom is bijscholing zo nu en dan eigenlijk onmisbaar.”
Cursus Het Zwitserleven gevoel…? Pensioenschade als gevolg van letsel
Op verzoek van Studiecentrum Kerckebosch treedt Erik-Jan Bakker op als docent van de cursus Het Zwitserleven gevoel…? Pensioenschade als gevolg van letsel. “Pensioenschade is een ingewikkeld onderwerp, omdat de schade zich niet direct manifesteert, maar pas vanaf het moment van pensionering. Daarnaast zijn er verschillende pensioenregelingen met elk hun eigen voorwaarden, ook met betrekking tot arbeidsongeschiktheid. Het bepalen van pensioenschade is daarom geen sinecure. Wat zijn de belangrijkste valkuilen en hardnekkige misvattingen? En waar moet u op letten? Daar gaan we het met elkaar over hebben.”
Meer informatie over de cursus treft u hier aan.
En hier kunt u meer lezen over het werk van de afdeling Analyse en rekenen van de Bureaus.