Een amateurvoetballer is in hoger beroep vrijgesproken van zware mishandeling nadat hij tijdens een wedstrijd een tegenstander hard onderuit had gehaald door middel van een tackle. Het slachtoffer liep een enkelfractuur en afgescheurde enkelbanden op. Volgens het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was het niet de bedoeling van de verdachte om zijn tegenstander het ziekenhuis in te schoppen.

Daarmee komt het hof tot een andere conclusie dan de rechter. Die veroordeelde de amateurvoetballer tot een taakstraf van zestig uur en een schadevergoeding van ruim 2600 euro.

Het incident gebeurde op zondag 8 april 2018. Een aantal minuten voor het einde van de wedstrijd kreeg het slachtoffer van achteren een hoge bal toegespeeld, over de verdediging van de verdachte heen. Het slachtoffer liep alleen op de keeper af, waarop de verdachte een sliding inzette. Hierbij raakte hij zijn tegenstander vol op de rechterenkel. Het slachtoffer liep een enkelfractuur en afgescheurde enkelbanden op. Hij werd na de wedstrijd overgebracht naar het ziekenhuis en nog diezelfde dag geopereerd. Zijn verwondingen hebben grote en langdurige gevolgen gehad, zowel voor zijn voetballoopbaan als zijn privéleven.

De verdachte verklaarde dat het niet zijn bedoeling was om zijn tegenstander te verwonden. Daar denkt het slachtoffer anders over. Bij een eerdere overtreding zou de verdachte tegen hem hebben gezegd: “Wacht maar af, ik pak je nog terug.” Twee medespelers zouden die uitspraak, die de verdachte overigens ontkent, ook hebben gehoord. 

Dit is voor het hof niet genoeg. “In elk geval kan naar het oordeel van het hof uit hetgeen zou zijn voorgevallen bij of meteen na die eerdere overtreding niet zonder meer de conclusie worden getrokken dat verdachte (vervolgens) volle opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan aangever”, valt te lezen in het vonnis.

Het hof stelt dat verdachte heeft verklaard dat hij zich wel bewust was van de risico’s van een sliding in het algemeen, maar dat het zijn bedoeling was de bal te spelen en dat hij er zeker van was dat dit zou gaan lukken. De scheidsrechter heeft verklaard dat er voldoende ruimte was om de sliding in te zetten, de bal was bereikbaar. “Hij gaf de rode kaart louter en alleen omdat er sprake was van een situatie waarbij een doorgebroken speler met scoringskans onderuit werd gehaald. De timing van de sliding was verkeerd, maar de kracht van de sliding was niet dusdanig hoog dat er een rode kaart zou moeten volgen”, aldus het hof.

Alles bij elkaar genomen is van opzettelijk handelen geen sprake, luidt de conclusie. Dit betekent dat het hof overgaat tot vrijspraak en dat verdachte uiteindelijk geen schadevergoeding hoeft te betalen.

(Bron: ED)