Het zal nooit duidelijk worden hoe het ongeluk met de Stint in september 2018 kon gebeuren. Dat is de conclusie van het Openbaar Ministerie na bijna twee jaar onderzoek naar het fatale drama in Oss.
Dat laten het OM en de baas van het bedrijf achter de Stint, Edwin Renzen, vrijdag weten. Renzen is per mail op de hoogte gesteld door zijn advocaat.
Bij het ongeluk met de elektrische bolderkar kwamen vier jonge kinderen om. Een begeleidster en een vijfde kind raakten ernstig gewond. De vraag bleef al die tijd waardoor het ongeluk kon gebeuren. Uit het onderzoek blijkt dat de begeleidster die de Stint bestuurde er alles aan deed om het voertuig te stoppen, maar dat dat niet lukte. De kar ramde een spoorboom en werd vervolgens gegrepen door een trein.
Het OM noemt de conclusies van het onderzoek ’teleurstellend’. ,,Het onderzoek is uitgevoerd door een zeer gedreven team van experts, dat niets liever wilde dan de waarheid boven tafel krijgen’’, klinkt het. Ook voor de nabestaanden van de kinderen en de andere betrokkenen is het een klap dat er nooit duidelijkheid zal komen, aldus het OM.
Het onderzoek heeft bijna twee jaar geduurd. Daaruit bleek dat de Stint nog reed toen de botsing plaatsvond. Veel technische onderdelen waren nog intact en uit data bleek dat de elektrische bolderkar normaal functioneerde voor het ongeluk. Niets wijst op een defect of een storing. Ook is de kans ’zeer klein’ dat elektromagnetische straling invloed had op de systemen van het felgekleurde voertuig.
De bestuurster van de Stint zal niet worden vervolgd, bepaalt het OM. Ook het kinderdagverblijf waar de begeleidster voor werkte, kan niets strafrechtelijk worden verweten. Werknemers kregen instructies en praktijklessen. Als een Stint mankementen vertoonde, werd de producent ingeschakeld om die op te lossen.
Het onderzoek naar die producent, het bedrijf Stintum van Renzen, loopt nog wel, aldus het OM. Dat laat weten dat vooralsnog nergens uit blijkt dat het bedrijf wist van eventuele kwetsbaarheden aan de elektrische bolderkar, maar dat er nog wordt gespit in enorme hoeveelheden data die in beslag zijn genomen.
(Bron: De Telegraaf)