Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen vindt dat het Openbaar Ministerie bij strafbeschikkingen te weinig rekening houdt met de belangen van slachtoffers. Dat schrijft hij in een brief aan ministers Grapperhaus (Justitie) en Dekker (Rechtsbescherming). Het gaat om zaken die niet voor de rechter komen, maar door het OM zelfstandig worden afgedaan. De ombudsman meent dat toegang tot recht in deze zaken onder druk staat.

Het OM kan voor veel voorkomende strafbare feiten zelf een straf opleggen met een zogenoemde strafbeschikking. Dat kan bijvoorbeeld een geldboete, een taakstraf of een schadevergoeding zijn. De slachtoffers worden hierbij onvoldoende betrokken, meent de ombudsman. Zo zijn ze slechter af dan wanneer een zaak wel voor de rechter komt. Bij strafzaken die voor de rechter komen kan het slachtoffer wel zijn stem laten horen. Dat kan bijdragen aan het herstel van emotionele schade. Ook krijgt het slachtoffer zo de gelegenheid om zaken toe te lichten, zoals een verzoek om schadevergoeding.

De ombudsman wil daarom dat het OM, wanneer het zaken zelf afhandelt, meer rekening houdt met de positie van het slachtoffer. De wetgever moet de belangen van het slachtoffer daarom voldoende waarborgen in regelgeving. Onlangs schreven de ministers aan de Tweede Kamer dat zij geen aanleiding zien om te onderzoeken hoe meer recht kan worden gedaan aan slachtoffers in deze zaken. De ombudsman schrijft in zijn brief dat hij wel degelijk een reden ziet om regelgeving en praktijk op dit punt tegen het licht te houden.

(Bron: Nationale Ombudsman)