Sinds 2016 heeft de overheid ruim 102 miljoen euro aan schadevergoedingen voorgeschoten voor veroordeelden van misdrijven. Het gaat om schade die in strafzaken toegekend is aan slachtoffers, waarvan de daders het niet kunnen betalen. Zowel het uitgekeerde als het nog bij veroordeelden openstaande bedrag is de laatste jaren fors gestegen. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag.

Het grootste bedrag is voorgeschoten in zedenzaken (zoals verkrachting en aanranding) en geweldsmisdrijven (moord of doodslag en mishandeling). De overheid heeft ruim 81 miljoen van de toegekende 106 miljoen euro in deze zaken voorgeschoten. Bij strafbare feiten in overige categorieën is van de ruim 34 miljoen euro die is uitgekeerd aan slachtoffers, ongeveer 21 miljoen euro voorgeschoten. Schadevergoedingen in deze zaken zijn maximaal 5.000 euro.

Dat het bedrag zo hard gestegen is, komt volgens het CJIB onder meer door de MH17-zaak. Daarin is 17 miljoen euro aan nabestaanden toegekend. Ook in de zaak van de Utrechtse tramschutter Gökmen T. (2019) is een hoog bedrag toegewezen aan slachtoffers en nabestaanden. Naar verwachting is dit geld oninbaar bij de veroordeelden. In de zaak van Jawed S., die op Amsterdam Centraal twee Amerikaanse toeristen neerstak, werd in 2019 behalve een celstraf van 26 jaar, ook een schadevergoeding van 3 miljoen euro toegekend. Het bedrag is zo hoog doordat een van de toeristen door de dwarslaesie die hij opliep voor de rest van zijn leven zorg nodig zal hebben in Amerika.

Terugvorderen lukt, maar beperkt
Veroordeelden die tot lange straffen veroordeeld zijn, kunnen de vaak hoge schadevergoeding niet betalen. De voorschotregeling voorziet erin dat een slachtoffer of nabestaande het toegewezen bedrag alsnog krijgt via het CJIB. Dit gebeurt als een dader 8 maanden nadat een uitspraak onherroepelijk is, nog niet heeft betaald.

Het CJIB betaalt de schadevergoeding (deels) aan het slachtoffer en probeert vervolgens de kosten te verhalen bij de veroordeelde. Dat lukt vaker niet dan wel. Van het totaal uitgekeerde bedrag (106 miljoen euro) wist het CJIB ruim 33 miljoen euro terug te halen, zo’n 32 procent. Voor zware feiten alleen gaat dit om 20 procent van het bedrag.