Auto’s zijn steeds slimmer ingericht en dat kan bij verkeersongevallen cruciaal zijn. Een bestuurder belandde afgelopen week bij Waddinxveen op de kop in de berm. Zijn auto belde uit zichzelf 112 en schakelde hulp in. De hulpdiensten zijn met spoed gaan zoeken op de plek die zij hadden doorgekregen, en inderdaad: in de berm nabij de afslag Waddinxveen van de A12 lag een auto, op de kop in de struiken.

Het zogenaamde eCall-systeem slaat aan op botssensoren en het openen van de airbags. Bij een heftige botsing zendt het eCall-systeem onmiddellijk een alarmsignaal vanuit de auto naar de meldkamer. Het systeem weet dankzij plaatsbepaling via GPS-satellieten precies waar de auto is en in welke richting die rijdt. Deze informatie, maar ook het aantal inzittenden, wordt automatisch doorgespeeld aan de alarmcentrale. De centralist krijgt te zien om wat voor type aandrijving het gaat (brandstof of elektrisch). Ook brengt eCall een spraakverbinding tot stand. De meldkamer probeert dan te praten met de bestuurder of de bijrijder. Een inzittende kan trouwens ook zelf de noodoproep verzenden door een knop in te drukken. eCall werkt ook in het buitenland.

In 2020 kwamen in de regio Den Haag 62 meldingen van eCall binnen (17 automatisch, 28 handmatig en 32 onbekend). In 2021 waren dat er al aanzienlijk meer: 227 (85 automatisch, 108 handmatig en 34 onbekend). De stijging van het aantal binnengekomen meldingen komt vooral doordat steeds meer auto’s met eCall zijn uitgerust, zegt de politie. Even voor het perspectief: het aantal van 227 eCallmeldingen is verwaarloosbaar tegen de ongeveer 250.000 incidenten die de politie-eenheid Den Haag jaarlijks verwerkt.

Bij een kwart tot dertig procent van de eCall-oproepen hoeven de hulpdiensten niet in actie te komen. Tussen de meldingen waarop wel is ingezet, zitten ook loze meldingen, maar die aantallen houdt de politie niet bij.

Sinds 1 april 2018 is dit oproepsysteem in alle nieuw ontwikkelde auto’s in Europa verplicht.

(Bron: AD)