Europese doelen voor het verminderen van het aantal verkeersdoden zijn onhaalbaar, zo oordeelt de Europese Rekenkamer. In een kritisch rapport dat dinsdag is gepresenteerd luidt de conclusie dat de bestaande Europese strategie voor het vergroten van de verkeersveiligheid onvoldoende effect heeft. In plaats van een halvering van het aantal verkeersdoden in 2030, koerst de EU slechts af op een daling met een kwart ten opzichte van 2019. Het lange-termijndoel om het aantal verkeersslachtoffers in 2050 tot bijna nul terug te brengen is uit zicht verdwenen.
Per dag komen in Europa gemiddeld vijftig mensen om in het verkeer, wat in 2022 optelde tot in totaal 20.640 doden. De verschillen tussen lidstaten zijn groot: terwijl Zweden 22 doden per miljoen inwoners telt, ligt dat aantal in Roemenië met 86 per miljoen fors hoger.
De EU formuleerde in 2018 het doel dat het aantal verkeersdoden in 2030 gehalveerd en in 2050 dichtbij nul zou moeten zijn. Om de doelstelling van een halvering van het aantal doden in 2030 te halen, zouden EU-landen nu jaarlijks een daling van 4,6 procent moeten halen, terwijl dat recent slechts 2,2 procent was.
De Rekenkamer signaleert dat de daling van het aantal verkeersslachtoffers de afgelopen jaren stagneert. De situatie in Nederland springt er daarbij uit. In 2010 was Nederland nog het land met het op twee na laagste aantal verkeersdoden in de EU. Maar anders dan vrijwel overal elders (behalve Malta), is het aantal slachtoffers sindsdien juist gestegen, in totaal met 22 procent. Nederland zakt daarmee nu naar de achtste plek in Europa.
Naar de specifieke situatie in Nederland heeft de Rekenkamer geen onderzoek gedaan. Wel constateert ze dat naarmate het aantal verkeersslachtoffers afneemt, het steeds lastiger wordt een verdere daling te realiseren. Ook ontbreekt het in het algemeen aan een duidelijke monitoring door Brussel van wat lidstaten precies wel en niet doen om het Europese doel te behalen.