Het nieuws haalde op 21 februari jongstleden de landelijk media: een fietsster die in 2015 viel, toen ze door een oliespoor van een auto reed, heeft van het Waarborgfonds Motorverkeer een schadevergoeding van 65.000 euro gekregen. Hoe wordt zo’n schade door het fonds beoordeeld?

Stel, een fietser steekt de weg over, glijdt uit over een olievlek, breekt zijn been en loopt daardoor schade op. In essentie kan het slachtoffer volgens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (art. 25 WAM) de geleden schade bij het Waarborgfonds vergoed krijgen. Ook afgevallen lading hoort, onder voorwaarden, bij een motorvoertuig.

Randvoorwaarden
Om voor een vergoeding in aanmerking te komen, moet wel aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. Allereerst moet er bewijs zijn dat de fietser over een olievlek op de weg is uitgegleden. Ten tweede moeten worden vastgesteld dat de olie afkomstig is geweest van een motorrijtuig (en dus niet een fles sla- of olijfolie die uit een boodschappentas kan zijn gevallen). Ten derde moet worden onderzocht of de dader van de vervuiling kan worden achterhaald; waar leidt het oliespoor eventueel heen? Zo niet, valt dan mogelijk de wegbeheerder een verwijt te maken? Had deze kennis van de vervuiling en daarom eerder moeten ingrijpen?

Tot slot is dan ook nog van belang hoe de benadeelde zich zelf heeft gedragen en of die voldoende geanticipeerd heeft op de omstandigheden. Als de olievlek bijvoorbeeld heel duidelijk zichtbaar was, kan worden betoogd dat de geleden schade had moeten worden vermeden. Met andere woorden, het gedrag van de benadeelde heeft in grote mate bijgedragen aan het ontstaan van de schade.

Conclusie
In basis kan de geleden schade bij het Waarborgfonds worden geclaimd. Alle omstandigheden van het geval bepalen uiteindelijk of en tot welke hoogte het Waarborgfonds tot een uitkering zal overgaan. In geval van materiële schade (niet bij letsel) geldt er dan nog een wettelijk geregeld eigen risico van € 250.

(Bron: De Vereende)