Er was het afgelopen jaar minder verkeer op de Nederlandse wegen dan gebruikelijk. Toch verwacht het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) meer verkeersdoden dan in 2019; “uiteindelijk ongeveer 680”, aldus de jaarlijkse ‘Staat van de verkeersveiligheid’ die vorige maand verscheen. Het hogere dodental kwam door gebruik van de auto in plaats van de ‘veilige’ trein. En de legere snelwegen leidden tot risicovol rijdrag. Onder de slachtoffers ook veel oudere fietsers. Dat meldt het NRC in een vandaag gepubliceerde reportage.
“We zien bij de verkeersdoden in 2020 in de cijfers die we hebben geanalyseerd niet zo gek veel verschil met eerdere jaren. Terwijl de mobiliteit met name in het voorjaar flink was teruggelopen”, zegt Letty Aarts, hoofd van de afdeling ‘data en analyse voor beleid’ van de SWOV. In 2019 kwamen 661 mensen om in het verkeer; 17 minder dan het voorgaande jaar.
De ontwikkeling van het aantal doden is des te opmerkelijker, omdat in verreweg de meeste andere Europese landen de daling van de mobiliteit gepaard ging met een daling van dodelijke slachtoffers. Alleen in Zweden en Denemarken bleef net als in Nederland deze daling uit.
Minder gewonden
Wel zijn er vermoedelijk met name in het voorjaar veel minder gewonden gevallen; vooral onder kinderen tot en met veertien jaar, voetgangers, inzittenden van auto’s en bij ongevallen op rijkswegen. Dat laatste kan trouwens ook te maken hebben met de verlaging van de maximumsnelheid die in maart van kracht werd, ongeveer tegelijk met de eerste lockdown, naar honderd kilometer per uur overdag.
Lees het hele artikel hier.
(Bron: NRC)