Structureel de verkeersveiligheid verbeteren en passende aandacht geven aan slachtoffers van ernstige verkeersongevallen. Wegbeheerders kunnen dit borgen door een nieuw ontwikkeld verkeersongevallenprotocol te gebruiken. Het protocol is het resultaat van een samenwerking tussen verzekeraars, politie, slachtofferorganisaties, gemeenten en verkeerskundigen.

Door het ontwikkelde protocol toe te passen zorgt de wegbeheerder ervoor dat hij voortaan bij elk ernstig ongeval de situatie analyseert en quick-win maatregelen doorvoert om nieuwe ongevallen te voorkomen. Ook helpt het protocol wegbeheerders te leren van ongevallen en zorgt het ervoor dat ongevalsoorzaken op vergelijkbare locaties in het beheergebied proactief worden aangepakt. In het protocol is ook geregeld hoe wegbeheerders slachtoffers of nabestaanden op een passende manier aandacht kunnen geven.

Ontwikkeling in een pilot
Er is een pilotproject gestart om het protocol te ontwikkelen. Financiers van het project zijn: Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving, Interpolis en de gemeenten Tilburg, Alphen aan den Rijn en Velsen. Deze drie gemeenten fungeerden ook als proeftuin voor het protocol, in de pilotfase van zes maanden is de aanpak namelijk in de praktijk getest.

Dit regelt het protocol
Het protocol beschrijft de te doorlopen stappen na een ernstig verkeersongeval:

  • Passende aandacht voor slachtoffers
    De gemeente kan haar medeleven bijvoorbeeld laten blijken door een persoonlijke brief van de burgemeester. Daarnaast regelt het protocol dat slachtoffers/nabestaanden (als ze daar behoefte aan hebben) worden geïnformeerd over de (resultaten van) de vervolgstappen die worden genomen.
  • Regie op communicatie
    Stroomlijn de communicatie met de slachtoffers en/of nabestaanden, maar ook richting media. Hiermee kan worden voorkomen dat slachtoffers/nabestaanden via de media eerder of iets anders te horen krijgen over de toedracht en de afhandeling. Regel ook dat slachtoffers/nabestaanden (als ze dat willen) een vast aanspreekpunt krijgen bij de gemeente, waarbij ze kunnen informeren naar de stand van zaken.
  • Verkeerskundige analyse van de situatie
    Los van ongevalstoedracht, schuld en omstandigheden, voert de wegbeheerder een schouw uit op de ongevalslocatie. De schuldvraag blijft hierbij nadrukkelijk buiten beschouwing. Bij de schouw worden verkeersveiligheidsrisico’s op de ongevalslocatie in beeld gebracht en wordt gekeken of er (op korte termijn) verbeteringen aan de infrastructuur mogelijk zijn. Hiermee kunnen mogelijke toekomstige ongevallen en slachtoffers op deze locatie worden voorkomen. Het protocol regelt hoe, door wie en op welke termijn de analyse wordt uitgevoerd, en hoe de resultaten worden vastgelegd. Bovendien regelt het protocol hoe de gemeentelijke organisatie omgaat met de resultaten van de analyse.
  • Direct verbeteren wat kan
    De wegbeheerder treft op korte termijn de nodige quick-win maatregelen. Niet alleen om toekomstige ongevallen zo veel mogelijk te voorkomen, maar ook om (aan slachtoffers/nabestaanden, maar ook aan de omgeving) te laten zien dat de gemeente hen serieus neemt en de verkeersveiligheid belangrijk vindt. In het protocol is vastgelegd op welke manier de wegbeheerder deze quick-wins in gang kan zetten.
  • Proactief inzichten gebruiken ter verbetering vergelijkbare locaties
    De wegbeheerder gebruikt inzichten uit de analyse van de verkeerssituatie om ook andere locaties veiliger te maken en slachtoffers te voorkomen. Steeds meer gemeenten werken risico-gestuurd. Dat betekent dat pro-actief maatregelen worden genomen om het risico op ongevallen te verkleinen. De schouw op de ongevalslocatie brengt mogelijk risico’s aan het licht die ook op andere locaties in de gemeente aan de orde (kunnen) zijn. In het protocol staat beschreven dat deze risico’s worden vastgelegd en dat (periodiek) wordt geïnventariseerd of maatregelen op andere (vergelijkbare) locaties zinvol zijn.

Eerste stap: protocol per pilotgemeente
Het pilotproject is in vijf stappen uitgevoerd. Om te beginnen is er per pilotgemeente een conceptversie van het verkeersongevallenprotocol uitgewerkt, met het voorbeeld van Amsterdam als basis. Het idee was om inzicht te krijgen in de vraag of er wezenlijke verschillen zouden optreden tussen een kleine, middelgrote en grote gemeente. Bij het opstellen van het protocol is gebruik gemaakt van de kennis van onder meer de afdeling communicatie, het kabinet van de Burgemeester, de piketdienst, wijkregisseurs, de politie en vertegenwoordigers van slachtofferorganisaties.

Praktijktest van zes maanden
Bij de gemeente lag vervolgens de taak om het protocol te borgen in de eigen organisatie en aan te laten sluiten bij de bestaande structuren binnen de gemeente. In januari 2020 is de praktijktestfase gestart. De gemeenten hebben vanaf dat moment bij elk ernstig ongeval het protocol ingezet. De pilotfase liep tot 1 juli 2020. De proef liet zien dat het protocol duidelijk meerwaarde biedt. De gewenste uitkomsten: passende aandacht voor slachtoffers en proactieve verbetering van verkeersveiligheid zijn zichtbaar naar voren gekomen in de pilot. Ook bleek de omvang van de gemeenten weinig verschil uit te maken bij de toepassing van het protocol.

Blauwdruk voor alle gemeenten
Na de testperiode in de drie gemeenten zijn de ongevallenprotocollen uitgewerkt tot een ‘Blauwdruk Verkeersongevallenprotocol’ dat kan worden gebruikt door andere gemeenten. Om andere gemeenten te ondersteunen bij het implementeren van het protocol in hun eigen gemeente, is een implementatieplan geschreven waarin de ervaringen van Tilburg, Alphen aan den Rijn en Velsen zijn opgenomen. Het protocol en de blauwdruk zijn nu te downloaden.

Oproep aan wegbeheerders
Voor gemeentelijke medewerkers geeft het verkeersongevallenprotocol houvast omdat iedereen weet wat hij of zij moet doen. Samen met Interpolis, Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving, Slachtofferhulp Nederland,  Stichting Yannick en de Vereniging Verkeersslachtoffers heeft DTV Consultants een nationale oproep uitgedaan aan alle wegbeheerders om het protocol toe te passen in hun organisatie.

(Bron: DTV Consultants)