Het Algemeen Dagblad pakte vorige maand uit met het nieuws dat een groot deel van de bermen langs de Nederlandse autowegen onveilig is. Nu blijkt dat 42 procent van de Nederlandse autosnelwegen en 44 procent van de zogenoemde N-wegen niet voldoet aan de eisen van een veilige berminrichting, rijst de vraag wie aansprakelijk is voor een verkeersongeval als gevolg van een onveilige berminrichting. In dit blog leest u het antwoord.

Door mr. Demen Bülbül

Onderzoek naar bermveiligheid  
Rijkswaterstaat deed de afgelopen tijd onderzoek naar de veiligheid van bermen langs Nederlandse autowegen. “Uit een uitgebreide inventarisatie van alle risicovolle situaties blijkt dat 42% van de autosnelwegen en 44 procent van de niet-autosnelwegen (de zogenoemde N-wegen) nog niet voldoen aan de laatste inzichten van een veilige berminrichting”, valt te lezen in het rapport ‘Staat van de Infrastructuur’.

Een veilige berm moet vrij zijn van bomen, struiken en andere obstakels, zodat automobilisten bij problemen veilig tot stilstand kunnen komen. Is dat onmogelijk, dan dient er een goede vangrail te zijn. Langs autosnelwegen is een obstakelvrije bermbreedte van ten minste 13 meter vereist, bij de N-wegen is dat 4,5 tot 10 meter, afhankelijk van de geldende maximumsnelheid.

Onderzoeker Robert Louwerse, onderzoeker bij de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), stelt dat onveilige bermen ieder jaar voor talloze dodelijke ongelukken zorgen. Automobilisten rijden bijvoorbeeld tegen een boom aan, belanden in een greppel of rijden tegen de poot van een (matrix)verkeersbord. “Zeker een kwart van de dodelijke slachtoffers op rijkswegen betreft een bermongeval”, aldus Louwerse.

Wettelijk kader 
De vraag rijst of een verkeersdeelnemer die letsel oploopt door een onveilige berminrichting zich voor de vergoeding van zijn schade als gevolg daarvan schadevergoeding kan verkrijgen. Artikel 6:174 BW voorziet gelukkig in die mogelijkheid. Voorgenoemd artikel bepaalt dat de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daar in de gegeven omstandigheden aan mag stellen, en daarvoor gevaar voor personen of zaken oplevert, aansprakelijk is wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt. Concreet betekent dit dat indien een onveilige berminrichting leidt tot schade, de wegbeheerder hiervoor aansprakelijk is. Wegbeheerders in Nederland zijn onder andere het Rijk, provincies en gemeenten.

Of een berminrichting voldoet aan de eisen die men daar in de gegeven omstandigheden aan mag stellen, hangt af van alle omstandigheden van het geval, waaronder hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is, of het gevaar kenbaar was en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs verlangd kunnen worden van de wegbeheerder (de zogenoemde Kelderluik-criteria). Voor overheidslichamen die een publieke taak uitvoeren geldt specifiek dat de mate van beleidsvrijheid die aan dat overheidslichaam toekomt alsook de (beperkte) financiële middelen die het overheidslichaam in dat verband ten dienste staan, relevante factoren zijn bij de beoordeling van de vraag of een berminrichting voldoet aan de eisen die men daar in de gegeven omstandigheden aan mag stellen.

Conclusie
Het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat heeft aangekondigd dat de Nederlandse Staat de komende 2 jaar in totaal 30 miljoen vrijmaakt om de bermveiligheid langs de Nederlandse autowegen te verbeteren. Dat is goed nieuws!

(Bron: Jeroen Bosch Advocaten)