De verkoop van e-bikes door fietsspeciaalzaken is in mei 2020 met 38 procent gestegen ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Uit onderzoek van bureau GfK in opdracht van BOVAG blijkt dat er afgelopen mei zo’n 58.000 elektrische fietsen werden verkocht, een absoluut maandrecord. Over de eerste vijf maanden werden 149.000 e-bikes afgezet, 12 procent meer dan een jaar eerder.
De vele coronamaatregelen zorgden in combinatie met het mooie weer voor een ware run op e-bikes. Hoewel vanaf medio maart potentiële kopers eerst de kat uit de boom keken, bleek uiteindelijk dat veel mensen toch in beweging willen blijven of op zoek zijn naar een alternatief voor het OV. In maart en april daalden de verkoopaantallen bij de vakhandel nog licht, maar dat werd ruimschoots goedgemaakt met de toename van 38 procent in mei. In eerder onderzoek van Markteffect in opdracht van BOVAG gaf de helft van de OV-reizigers al aan op zoek te gaan naar alternatief vervoer. 57 procent kiest in dat geval voor de fiets. Voor veel forenzen is de e-bike een welkome oplossing en ook voor werkgevers vormt dit een goed alternatief in combinatie met de nieuwe regeling voor de fiets van de zaak.
Gemiddeld 1.500 euro per fiets
Elektrische fietsen vormden in mei bijna de helft van de totale fietsverkoop bij de vakhandel. Naast de 58.000 e-bikes verlieten ook nog 64.000 tweewielers zónder trapondersteuning de showrooms, oftewel 16 procent meer dan in mei 2019. Over de eerste vijf maanden van 2020 gaat het om een totaal van 335.000 verkochte fietsen bij de speciaalzaken en door het groeiende aandeel van de e-bike resulteert dat in een recordomzet van 503 miljoen euro in de maanden januari tot en met mei. Vorig jaar lag het omzetniveau in dezelfde periode ruim 63 miljoen euro lager. Gemiddeld werd in de eerste vijf maanden van het jaar 1.500 euro gespendeerd aan een nieuwe fiets, meer dan ooit tevoren. Aangezien veel fietsfabrieken en toeleveranciers als gevolg van het coronavirus gesloten waren of nog steeds zijn, treedt in sommige gevallen nu wel grote vertraging op in de leveringen van nieuwe bestellingen. Daardoor is het onzeker of de positieve ontwikkelingen van de eerste vijf maanden zich zullen doorzetten.
(Bron: BOVAG)