Niet alleen na een mishandeling of beroving kun je hulp nodig hebben, ook verkeersslachtoffers hebben hier soms behoefte aan. Daarom Lanceert Slachtofferhulp Nederland een nieuwe campagne voor deze groep. Ans en Rinus konden bijvoorbeeld alle hulp gebruiken na een heftig scooterongeluk.

“Het is in een tiende van een seconde gebeurd, zo’n ongeluk”, zegt Rinus Loef (66). Drie jaar geleden zat hij met vrouw Ans op een scooter, toen een wielrenner bij een onhandige inhaalactie tegen ze aan knalde. Ans vloog van de scooter af, en kwam met haar hoofd tegen de brug. Ze voelde meteen dat het mis was: ze had onder andere een gat in haar hoofd en haar rug op twee plekken gebroken. Rinus kwam er vanaf met een gebroken vinger. 

Een paar dagen later werd Rinus gebeld door Slachtofferhulp Nederland, met de vraag of iemand langs mocht komen. Zelf had hij er nooit aan gedacht om te bellen, zegt Rinus. En hij is niet het enige verkeersslachtoffer dat niet de weg naar Slachtofferhulp Nederland weet te vinden. Het Verbond van Verzekeraars had in 2017 740.000 meldingen van verkeersongelukken en jaarlijks belanden zo’n 130.000 mensen op de spoedeisende hulp door een verkeersongeval.

Toch krijgt Slachtofferhulp Nederland jaarlijks ‘maar’ 30.000 aanmeldingen van mensen die betrokken zijn bij een verkeersongeval. ‘Een groot gat’, volgens Rosa Jansen van Slachtofferhulp Nederland. “Verkeersslachtoffers denken snel ‘misschien heb ik zelf wel schuld, en had ik beter moeten opletten'”, zegt ze. Ook hebben ze de neiging om hun ongeluk te bagatelliseren, of voelen ze zich niet genoeg slachtoffer.

Veel mensen denken bij slachtofferhulp snel aan emotionele hulp, maar voor Rinus en Ans was ook veel praktische hulp nodig. Bijvoorbeeld bij het regelen van een letselschadeadvocaat of het huren van medische hulpmiddelen.

Rinus heeft uiteindelijk de meeste dingen geregeld, omdat Ans in het ziekenhuis lag. Via de letselschadeadvocaat kwamen ze erachter dat ze een deel van het salaris van Ans via de verzekering vergoed konden krijgen. Daardoor zijn ze uiteindelijk niet in de financiële problemen gekomen. In zijn eentje was hij daar nooit achter gekomen, zeg Rinus. “Als je er allemaal nooit mee te maken hebt gehad, is het heerlijk dat iemand dat aangeeft. Je kan zelf niet meer zo goed nadenken.”

“Je leven staat op z’n kop op dat moment”, zegt Ans (66). Ze lag maanden in bed, en heeft daarna niet meer haar baan als kapster kunnen oppakken. “Je weet ineens dat je werk er niet meer in zit”, zegt ze. “Ook de kleinkinderen waar ik altijd mee in de weer was, was even afgelopen.”

Inmiddels gaat het beter, maar Ans heeft nog veel pijn. Ook kan ze niet normaal slapen, dus doet ze dat rechtop. “Je kunt er 100 mee worden, maar het blijft vervelend dat je iedere dag met die pijn moet leven.”

(Bron: RTL Nieuws)