“Papa, je moet nu komen, mama is aangereden.” Het is donderdagmiddag 22 oktober 2009, even voor vieren, wanneer een motoragent door rood rijdt op een drukke weg in Amsterdam-Zuid. Op dat moment steekt Jennifer (41) het zebrapad over. Voor haar uit lopen hun twee zoons, toen 12 en 9 jaar. De botsing is niet te vermijden.

De jongens horen de klap, kijken om en zien de motor over het wegdek schuiven. Snel rennen ze terug en kijken op de stoep toe hoe hun moeder bewegingloos op de grond ligt en korte tijd later in de ambulance verdwijnt. Jennifer is ernstig gewond, krijgt de volgende nacht een hersenbloeding en ontwaakt niet meer uit haar coma.

Geen hulp bij traumaverwerking voor kinderen
Verkeersongevallen gebeuren. Te vaak. Elke week zijn er 10 dodelijke ongevallen te betreuren en meer dan 400 ernstige verkeersslachtoffers in Nederland. De impact van een verkeersongeval is enorm. Zeker voor kinderen. Wanneer ze geen gespecialiseerde trauma- en rouwbehandeling krijgen, ervaren ze onnodig lang de negatieve gevolgen van het trauma. Ze worden bijvoorbeeld depressief of boos. Of ze krijgen moeite met leren en de omgang met leeftijdgenootjes en ouders. Dit kan allemaal leiden tot ernstige psychische klachten op de lange termijn.

Jennifers echtgenoot, Tim Overdiek, miste ook die specialistische hulp voor zijn kinderen. “Goede hulpverlening aan kinderen vraagt om een andere benadering. Het is belangrijk dat kinderen die een verkeersongeval meemaken, kunnen rekenen op gespecialiseerde hulp. Ik weet dat mijn zoons daar destijds veel baat bij gehad zouden hebben.”

Met het project TrafVic hebben we een hulpprogramma voor volwassenen, die slachtoffer of nabestaande zijn geworden na een verkeersongeval. Nu willen we ook speciaal voor kinderen tot en met 18 de broodnodige hulp bieden: TrafVic-Kids. Want kinderen verwerken verlies op hun eigen manier.

Zo ook de kinderen van Tim: “Af en toe begreep ik helemaal niks van de manier waarop mijn kinderen met dit tragische ongeval omgaan. En daar zit wat mij betreft de meerwaarde van dit nieuwe hulpprogramma. Ik denk dat het heel belangrijk is dat er onderzoek wordt gedaan naar de specifieke behoeften van kinderen. Het kinderbrein werkt namelijk heel anders dan dat van een volwassene. Kinderen kunnen een werkelijkheid creëren, waar je als ouder geen weet van hebt.’’

“Ik moest van hem een blokje omrijden, omdat hij in paniek raakte als we in het zicht van het zebrapad kwamen. Als het soms toch gebeurde, dan sloot hij zijn ogen, tot we er voorbij waren. Dit terwijl mijn oudste zoon er juist regelmatig ging kijken. Het gaf hem steun, zei hij, ook al was lastig uit te leggen op welke manier.”

Zebrapad
“Mijn oudste zoon vond het geen probleem om erover te vertellen. De jongste weigerde elke keer weer. Opmerkelijk genoeg was het de oudste die in een veel later stadium last kreeg van de beelden van het ongeluk. Mijn jongste besloot precies een jaar na het ongeluk in zijn eentje het zebrapad over te steken. Op die manier rekende hij af met het schrikbeeld van deze plek.”

(Bron: Fonds Slachtofferhulp)