Vangrails langs de wegen zijn bedoeld om de ernst van de gevolgen van ongevallen te verminderen, door te voorkomen dat voertuigen van de weg raken of naar de andere rijbaan doorschieten. Maar uit onderzoek blijkt dat de bescherming ervan voor moderne auto’s ondermaats is.

Vangrails die bestaan uit geschroefde metalen of gegoten betonelementen staan langs bijna alle snelwegen. Uit onderzoek van het Duitse Verbond van Verzekeraars GDV blijkt dat de kans op een dodelijk ongeval bij het in aanraking komen met een vangrail significant lager is dan bij andere objecten aan de kant van de weg. Bij een aanrijding met een boom neemt bijvoorbeeld de kans op een dodelijke afloop ongeveer tweeënhalf keer toe.

Maar de Europese veiligheidsnorm waaraan de vangrails moeten voldoen, is enkele decennia oud, zo schrijft het Duitse blad Auto Motor und Sport. Veiligheidstests voor vangrails worden uitgevoerd met auto’s van respectievelijk 900, 1300 en 1500 kilo. Maar in 2020 woog een gemiddelde nieuwe auto al zo’n 1600 kilo. Dus voor een gemiddeld voertuig zijn de tests ondermaats.

De onderzoekers van de Duitse verzekeringsmaatschappijen hebben daarom eigen crashtests op vangrails uitgevoerd met moderne auto’s. Een SUV van 2100 kilo crashte, net als een kleine auto van 1200 kilo. Toen de kleine auto tegen een metalen vangrail botste, werd de airbag te laat geactiveerd. Bij de zware SUV boog de vangrail meer dan 1,5 meter door, wat veel teveel is.

Ook bleek dat een vangrail een zware auto’s niet kan tegenhouden als de vangrail niet hoog genoeg is, waardoor de voertuigen het gevaar te lopen om te kantelen.