Veel grote bedrijven verbieden het vergaderen achter het stuur. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS. Als er een ongeval plaatsvindt terwijl de bestuurder zat te vergaderen, kan de werkgever medeverantwoordelijk zijn, zegt advocaat Mark de Hek tegen de NOS.

Vorige maand kwam de SWOV, het wetenschappelijk instituut voor verkeersveiligheidsonderzoek, met een rapport over het gebruik van de mobiel in het verkeer. Daaruit bleek dat fietsers, automobilisten en voetgangers steeds vaker hun telefoon onderweg erbij pakken. Ook vergaderen achter het stuur werd voor het eerst meegenomen in dat onderzoek. Daaruit blijkt dat een op de vijf volwassenen wel eens al rijdend vergadert. Tijdens en na de coronapandemie nam het digitaal vergaderen toe, waaronder vanuit de auto. In die periode hebben ook veel bedrijven een verbod ingevoerd.

Vergaderen achter het stuur is alleen wettelijk toegestaan als de telefoon in een houder zit. Bij onder meer Shell, Unilever en FrieslandCampina is bellen in de auto, ook handsfree, al jaren niet toegestaan.

Bij andere bedrijven die de NOS sprak mag je in de auto vergaderen, maar wel zonder camera. Niet alle bedrijven hebben specifiek beleid, zoals de Belastingdienst. Een woordvoerder laat wel weten dat ze het vergaderen in de auto niet stimuleren of verplichten.

Werkgever medeverantwoordelijk
Als een werknemer een ongeval krijgt tijdens het vergaderen achter het stuur, kan dat ook gevolgen hebben voor de werkgever. Als de telefoon niet in een houder zit tijdens het ongeluk, dan is de werkgever medeverantwoordelijk. “Als de werkgever weet dat dat gebeurt, dan moet die daar beleid op voeren”, zegt letselschadeadvocaat Mark de Hek van SAP Letselschade Advocaten tegen de NOS. “Als de werknemer de telefoon in de houder heeft, dan mag het. De werkgever mag zich daarachter verschuilen, als er een ongeval gebeurt.”