De Vereniging Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (ASP) laat vandaag weten onaangenaam verrast te zijn door een ‘concept convenant rekenrente’ van het Verbond van Verzekeraars. Via verschillende kanalen ontving de ASP dat document, dat erop gericht lijkt te zijn bindende afspraken te maken met belangenbehartigers over de te hanteren rekenrente in letselschadezaken. Hoewel de status van het document op dit moment nog niet duidelijk is, vindt de ASP het toch van belang te laten weten het om verschillende redenen onverstandig te vinden als een belangenbehartiger, advocaat of niet, een dergelijk convenant met een verzekeraar afsluit.
De verklaring van de ASP d.d. 08-10-2021
Op de eerste plaats wordt in het concept gesproken over een rekenrente. Dat zou dan de resultante zijn van het te behalen rendement minus de te verwachte inflatie. Zoals Jessica Laumen geruime tijd geleden in Verkeersrecht (VR 2013/11) met rekenvoorbeelden aantoonde maakt het verschil of je rekent met vier procent rendement en twee procent inflatie, hetgeen een rekenrente van twee procent geeft of met drie procent rendement en een procent inflatie hetgeen ook een rekenrente is van twee procent.
Op de tweede plaats wordt in het concept gesproken over een rekenrente van 0% in de eerste vijf jaar, vervolgens 1% in de volgende vijftien jaar en over de lange termijn, meer dan twintig jaar, met twee procent. Dit komt aardig in de buurt van hetgeen in de concept richtlijn van de Letselschade Raad stond (-0,2%, 0,6% en 1,7%). Die is echter, zonder opgaaf van redenen, door verzekeraars geblokkeerd. In de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (RBZWB:2019:3178) en Midden-Nederland (RBMNE:2019:4559) zijn deze percentages vastgesteld. Inmiddels liggen er echter aanbevelingen van de rechtspraak waarin een route is aangegeven om de percentages te begroten. Daarmee kom je op lagere percentages uit (-1,5%, 0,7% en 0%). In procedures zullen rechters, wanneer een van de partijen een beroep doet op deze aanbevelingen, deze aanbeveling zo veel als mogelijk volgen.
De ASP heeft er bovendien bij de rechterlijke macht al aandacht voor gevraagd dat zeker bij omvangrijkere schades, schades met een slotuitkering van meer dan € 100.000 respectievelijk € 150.000, een groot aantal banken inmiddels ook aan particulieren negatieve rentepercentages in rekening brengt. Bij een (negatief) rendement van -1,5% en een inflatie van 1,5 komt de ‘rekenrente’ al op -3% uit! Dat is aanmerkelijk minder dan de nul procent die in het concept convenant genoemd staat.
Daarbij is, ten derde, van belang te realiseren dat zeker bij grote schades en/of toekomstige schades met een lange looptijd ogenschijnlijke kleine verschillen in percentages tot grote verschillen kunnen leiden in de schade. Uitgangspunt dient te zijn dat het slachtoffer van de schade-uitkering zijn toekomstige schade kan financieren. Wanneer met een hoger rendement wordt gerekend dan het slachtoffer metterdaad maakt, zal het slachtoffer op enig moment merken dat alhoewel zijn schade-uitkering inmiddels opgesoupeerd is, hij nog wel schade lijdt. Het is om die reden dat de ASP adviseert om goed naar de aan te houden percentages te kijken. Zeker naar die op de korte termijn, omdat door de jaarlijkse onttrekking aan de schade-uitkering, de grondslag van rendement steeds kleiner wordt, waardoor een tekort van 1 % rendement in de eerste twintig jaar in de volgende twintig jaar pas bij een rendement van 11% of meer goedgemaakt wordt (vgl. L&S 2019, nr. 4, p. 68-76).
Wanneer een belangenbehartiger, advocaat of niet, tegen deze achtergrond instemt met de in het concept convenant genoemde percentages loopt hij of zij, ten vierde, een zeer reële kans om door een cliënt met succes aansprakelijk te worden gesteld wegens een beroepsfout. Zou de zaak immers juist aan de (deelgeschil)rechter worden voorgelegd, dan is het zeer aannemelijk dat er andere percentages worden toegewezen dan in het concept-convenant staan. De ASP roept advocaten op om, als in der minne geen reëlere percentages overeengekomen kunnen worden, geschillen over de kapitalisatiefactoren in deelgeschil aan de rechter voor te leggen. Letselschadebureaus kunnen voor een dergelijk deelgeschil uiteraard aankloppen bij één van de ASP-advocaten in hun omgeving.
Update: De reactie van het Verbond van Verzekeraars d.d. 12-10-2021
Het Verbond van Verzekeraars heeft kennis genomen van het bericht van de ASP over een convenant voor rekenrente. Het Verbond is echter voor publicatie van dit bericht noch door de ASP noch door organisaties die dit bericht hebben overgenomen geraadpleegd. Had men dit wel gedaan dan had men te weten gekregen dat dit een intern stuk betreft waarvan al in het voorjaar is besloten om er geen vervolg aan te geven. NB: het Verbond werkt niet aan een convenant over rekenrente en denkt hier ook niet aan. Wel denkt het Verbond, net als andere partijen in de branche, na over het onderwerp rekenrente en de gevolgen daarvan voor de schadeafhandeling.