Letselschadekantoren Flyct Letselschade en Hofmans Letselschade gaan geen gebruik maken van de nieuwe BKB-overeenkomst, waarmee de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand tussen verzekeraars en letselschadebureaus wordt geregeld. De kantoren zijn gelijkgestemd in het oordeel dat de overeenkomst een bedreiging vormt voor de kwaliteit van dienstverlening aan letselschadeslachtoffers. Letselschade.NU sprak hierover met Tessa ’s Gravemade en Annemiek van Reenen-ten Kate.
De nieuwe BKB-overeenkomst kwam tot stand na lange moeizame onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van verzekeraars en van letselschadekantoren. Afgelopen zomer werd het onderhandelingsresultaat gepresenteerd. In september heeft een aantal kantoren, waaronder Flyct Letselschade en Hofmans Letselschade, aanvullend overleg gevoerd met het Verbond van Verzekeraars, omdat de kantoren zich niet konden vinden in onderdelen van de overeenkomst. Verzekeraars bleken echter niet bereid om de kantoren tegemoet te komen.
Investeringen in kwaliteit
Annemiek van Reenen-ten Kate, directeur van Hofmans Letselschade: “Voor zowel slachtoffers als verzekeraars is een deskundige en goede belangenbehartiging van groot belang. De belangenbehartiger moet bij alle soorten letselschade kwaliteit kunnen leveren. Bij een verkeersongeval, maar ook bij een val over een stoeptegel, een ongeluk op het werk of bij een medisch incident. Daarom zijn er in toenemende mate branchebrede kwaliteitsregelingen gekomen, zoals het Nationaal Keurmerk Letselschade. Daar willen we ook graag aan voldoen en daar wordt door ons dan ook fors in geïnvesteerd. Je hebt als kantoor hooggekwalificeerde mensen en een goed functionerend proces nodig om letselschades voortvarend en verantwoord te regelen.”
Volgens Tessa ‘s Gravemade, directeur van Flyct Letselschade, is het onder de voorgestelde BKB-regeling niet mogelijk om op langere termijn voldoende kwaliteit te blijven leveren. “Wij kunnen het slachtoffer simpelweg niet optimaal bijstaan voor de tarieven zoals die er nu liggen. De bodem is bereikt. Met deze tarieven kunnen we de kwaliteit die onder meer het keurmerk vereist niet langer waarborgen.”
Efficiënter werken in lichte letselschadezaken
’s Gravemade legt uit wat de voornaamste reden is om de BGK-overeenkomst niet te sluiten: “Het uitgangspunt van de nieuwe BKB-regeling is het plan om in licht-letselzaken efficiënter te gaan werken. De BGK-tarieven zijn daarop afgestemd. Maar deze besparing heeft zich in de praktijk nog niet bewezen. Belangenbehartigers worden dus afgerekend op een werkwijze die nog niet bestaat.”
Van Reenen-ten Kate: “Wij willen heel graag efficiënter werken, maar daarvoor zijn beide partijen nodig. Met name bij verzekeraars is daarvoor nog onvoldoende geregeld. We komen in licht-letselzaken allerhande knelpunten tegen, zoals het opvragen van nota’s van kleine schadeposten of bij een heel redelijk voorstel toch nog €50,- minder willen betalen. Mijn medewerkers wordt vaak gevraagd niet te bellen, maar hun regelingsvoorstel schriftelijk in te dienen. Dat levert heel veel onnodige en vertragende discussies op. Laat het bonnetje dan ook echt een keer achterwege in een lichte letselschadezaak. Maar de trend is helaas anders.”
’s Gravemade: “Wij hebben aangeboden om samen de uitdaging van efficiënter werken aan te gaan en dan vervolgens bij aantoonbaar resultaat alsnog de tarieven onder de loep te nemen. Maar verzekeraars houden helaas vast aan de overeenkomst zoals die er nu ligt.”
Afwikkelen op urenbasis
Het besluit van de kantoren betekent dat de kosten van rechtsbijstand in duizenden letselschadezaken voortaan op urenbasis moeten worden afgewikkeld. ’s Gravemade: “Het uitgangspunt blijft hetzelfde: we willen het slachtoffer optimaal bijstaan richting een voorspoedig herstel en een correcte afwikkeling van hun schade. Wij blijven daarbij voorstander van het harmoniemodel. Voor onze inzet en deskundigheid declareren we voortaan conform artikel 6:96 BW de redelijke kosten van rechtsbijstand. Dit hoeft wat ons betreft niet tot extra discussie te leiden.”
Het niet deelnemen aan de BKB-overeenkomst heeft geen gevolgen voor de overige branche-initiatieven ter verbetering van de letselschadeafwikkeling. De kantoren blijven ook open staan voor overleg over een nieuwe BGK-regeling. Van Reenen-ten Kate: “Het PIV-BGK-convenant heeft jarenlang goed gefunctioneerd. Maar het bleek steeds lastiger om tot nieuwe afspraken te komen. Dan is het niet onlogisch dat er een periode zonder collectieve BGK-afspraken aanbreekt. Wellicht zien we op termijn weer de bereidheid ontstaan om met positieve intenties om de tafel te gaan om een nieuwe BGK-regeling op te zetten. Dan zijn wij graag weer van de partij.”