Een vrouw heeft zich ziek gemeld bij haar arbeidsongeschiktheids­verzekeraar. De medisch adviseur vraagt vervolgens per brief aan haar huisarts om informatie over de vrouw. De vrouw heeft een machtiging ondertekend om informatie te verstrekken ‘die van belang kan zijn voor de beoordeling van haar gezondheidstoestand respectievelijk arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van pijnklachten, vermoeidheidsklachten en concentratieproblemen’. Vervolgens wordt er ­informatie verstrekt.

Dan krijgt de vrouw een brief van de verzekeraar dat uit de ontvangen informatie blijkt dat zij bepaalde ­klachten al had voordat zij haar ver­zekering afsloot. En dat zij die niet had gemeld. Met alle – financiële – gevolgen van dien.

Bij navraag blijkt dat het volledige ­dossier van de vrouw aan de ver­zekeraar is verstrekt. Dat is uitermate onzorgvuldig. Bij een verzoek om ­informatie van een derde partij, moet je je als arts beperken tot het beantwoorden van gerichte vragen door ­feitelijke, relevante informatie te ­verstrekken. En als de vraag niet ­duidelijk of te verstrekkend is: vraag dan om verduidelijking.

De arts erkent direct dat hier iets mis is gegaan, volgens hem door een ­‘overijverige’ oud-assistente die het dossier heeft opgestuurd. Dit valt uit het dossier of verweerschrift van de arts echter niet op te maken. Het valt hem daarom zélf aan te rekenen. Omdat hij zijn best heeft gedaan om de schade te herstellen, de klaagster heeft bijgestaan en voortaan extra zorgvuldig omgaat met het verstrekken van gegevens aan derden, blijft het bij een waarschuwing.

Lees het hele artikel en de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege hier.

(Bron: Medisch Contact)