Tweede Kamerleden Michiel van Nispen (SP) en Attje Kuiken (PvdA) hebben de minister voor Rechtsbescherming en de minister van Financiën vragen voorgelegd naar aanleiding van een zwartboek waaruit blijkt dat verzekeraars letselschadezaken niet altijd goed afhandelen. Radar bundelde hiervoor honderden klachten, zoals te zien was in de uitzendning van 25 maart 2019.

Dit zijn de vragen van Tweede Kamerleden Van Nispen en Kuiken:

  1. Heeft  u kennisgenomen van de inhoud van het door tv-programma Radar opgestelde zwartboek over de Gedragscode Behandeling Letselschadezaken en herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over dit onderwerp?        1)  2)
  2. Bent u geschrokken van de vele voorbeelden uit het zwartboek waaruit blijkt dat gedupeerden ervaren dat het financiële belang van de verzekeraar voorop staat en niet het belang van de mens, het letselschadeslachtoffer in kwestie? Zo nee, waarom niet?
  3. Klopt het dat de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) ooit in het leven is geroepen, omdat er onvrede was over de afhandeling van letselschade en dit dringend moest verbeteren, maar dat met de Gedragscode voor zelfregulering is gekozen om scherpere wetgeving op dit gebied te voorkomen?
  4. Acht u zelfregulering, in het licht van de vele voorbeelden die in het zwartboek genoemd worden van zaken waarin de GBL toch niet goed wordt nagekomen, nog steeds het juiste middel om een goede en snelle afhandeling van letselschadezaken af te dwingen? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid alsnog tot een wettelijke regeling te komen om een goede afhandeling van letselschadezaken door verzekeraars te waarborgen en op welke termijn wilt u dit bewerkstelligen?
  5. Bent u bereid in ieder geval wettelijke doorlooptermijnen vast te stellen waarbinnen verzekeraars moeten reageren en schade moeten uitkeren, zodat onnodig rekken en vertragen niet meer mogelijk is? Zo nee, waarom niet?
  6. Bent u bereid te kijken naar sanctiemogelijkheden wanneer partijen zich niet houden aan (reactie)termijnen of er (verwijtbaar) onderling niet uitkomen? Zo nee, waarom niet?
  7. Vindt u ook dat schade sneller uitgekeerd moet worden dan nu het geval is? Wat vindt u in dat kader van de huidige, niet afdwingbare, gedragsregel die stelt dat pas bij een schadebehandeling die langer dan twee jaar duurt de behandeling wordt geëvalueerd en er afspraken gemaakt worden om de schadebehandeling alsnog zo spoedig mogelijk af te ronden? Is deze termijn van twee jaar niet veel te lang in het kader van een spoedige afhandeling?
  8. Wat vindt u van het voorstel om bij onnodig rekken van een letselschadezaak de verzekeraar te kunnen veroordelen tot een hoger schadebedrag?
  9. Bent u bereid een onafhankelijke tuchtraad in het leven te roepen waar consumenten kunnen klagen als een gedragscode niet goed wordt nageleefd? Zo nee, waarom niet?
  10. Vindt u dat de huidige mogelijkheden voor slachtoffers om een proces bij de rechter te starten als zij er niet uitkomen met de verzekeraar van de tegenpartij laagdrempelig genoeg zijn, ook in financiële zin? Zo ja, waar baseert u dat op? Zo nee, wat zou er volgens u moeten gebeuren om er voor te zorgen dat de mogelijkheden verruimd worden om een rechter snel, betaalbaar, zonder grote financiële risico’s en op niet te ingewikkelde wijze te laten oordelen over (delen van het) geschil en de handelswijze van de verzekeraar in kwestie? Komt u hiertoe met voorstellen?
  11. Klopt het dat uw ministeries naar elkaar wezen voor het in ontvangst nemen van dit zwartboek over de handelswijze van verzekeraars bij letselschade? Kunt u verduidelijken welk ministerie op dit onderwerp het voortouw heeft?
  12. Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?

1. Zie website Radar, en uitzending van 25 maart 2019.

2. Documentnummer: 2017Z04973, d.d. 29-05-2017