De rechtbank Den Haag heeft zich in een uitspraak van 5 januari 2022 zeer kritisch uitgelaten over de manier waarop verzekeraar Allianz een langlopende letselschadezaak heeft behandeld. De rechtbank wijst een hoge smartengeldvergoeding toe, mede vanwege de onterecht harde opstelling door de verzekeraar van de veroorzaker. De verzekeraar heeft met haar opstelling naar het oordeel van de rechtbank de indruk willen wekken dat het slachtoffer probeert ‘een slaatje te slaan’ uit het ongeval. Die indruk heeft de rechtbank niet. De harde opstelling van de verzekeraar heeft de zaak geen goed gedaan volgens de rechtbank.

Het gaat in de zaak om een vrouw die in augustus 2009 betrokken was bij een ernstig verkeersongeval op de snelweg A4. Een vrachtwagen wilde naar rechts gaan en zag daarbij een personenauto over het hoofd. Door de botsing met de vrachtwagen verloor de bestuurder van de personenauto de macht over het stuur. Daarbij bleef de auto om zijn as tollen, raakte twee andere auto’s, botste tegen de middengeleider en kwam vervolgens weer de rijbaan op. Daar kwam hij frontaal in botsing met de auto van het slachtoffer, die de auto – ondanks dat zij niet sneller reed dan toegestaan en hard remde – niet meer kon ontwijken. Het slachtoffer liep onder meer ernstige en langdurige whiplashklachten op: nek- en rugpijn, ademhalingsproblemen, hartritmestoornissen en allerhande andere klachten als vermoeidheid, prikkelgevoeligheid, vergeetachtigheid en concentratie- en woordvindingsproblemen.

Allianz erkende de aansprakelijkheid voor het ongeval, maar het is partijen in de twaalf jaar sinds het ongeval niet gelukt overeenstemming te bereiken over de afwikkeling van de schade. Daarom is de zaak aanhangig gemaakt bij de rechtbank.

‘Geen blijk van welwillende houding’
De rechtbank Den Haag over de handelswijze van Allianz in deze zaak: “De rechtbank is van oordeel dat de harde opstelling van Allianz de zaak geen goed heeft gedaan. De rechtbank wijst er in dit verband op dat Allianz in deze procedure de bevindingen van de neuroloog uit 2014 opnieuw ter discussie stelde, terwijl deze in een eerder stadium voor partijen altijd als uitgangspunt hebben gegolden. Ook heeft Allianz er in deze procedure op gehamerd dat gedaagde “alles bezien een heel aardig inkomen heeft gehad”. Dat is niet het relevante criterium voor het beoordelen van de causale schade en Allianz weet dat ook. Allianz heeft met haar opstelling naar het oordeel van de rechtbank de indruk willen wekken dat gedaagde probeert “een slaatje te slaan” uit het ongeval. Die indruk heeft de rechtbank bepaald niet. Ook de door Allianz (en de door haar ingeschakelde deskundigen) gebruikte bewoordingen geven bepaald geen blijk van een welwillende houding. Zo heeft de medisch adviseur van Allianz in zijn eerste advies gesuggereerd dat Allianz haar erkenning van aansprakelijkheid zou moeten heroverwegen, omdat gedaagde zelf bovenop haar voorganger zou zijn gereden. Het beoordelen van juridische aansprakelijkheid behoort echter niet tot de taken van een medisch adviseur. Vervolgens zijn de opvolgend medisch adviseurs van Allianz keer op keer blijven herhalen dat gedaagde “achterop haar voorganger is gereden”, wat gelet op de feitelijke gang van zaken bepaald geen recht doet aan de feitelijke gang van zaken. Tot slot benoemt de door Allianz ingeschakelde rekenkundige de op verzoek van gedaagde opgestelde schadeberekening als “ridicuul”. Dit alles doet het schaderegelingsklimaat bepaald geen goed.”

Belangenbehartigers
Ook de belangenbehartigers gaan volgens de rechtbank niet vrijuit: “De lange duur is niet alleen aan Allianz te wijten, ook de opvolgend belangenbehartigers van gedaagde hebben het dossier lange tijd stil laten liggen.”

Allianz vaker teruggefloten
Al eerder werd Allianz door een rechtbank veroordeeld tot betaling van een hoger bedrag aan smartengeld vanwege de manier waarop de verzekeraar de schade had behandeld. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verhoogde met haar uitspraak van 26 mei 2020 het smartengeld van een benadeelde met verwijzing naar het gedrag van Allianz en bepaalde daarnaast dat het verlies verdienvermogen volledig betaald moet worden. Het Hof gaf in haar oordeel aan dat het gedrag van Allianz in de zaak “in grote mate heeft bijgedragen aan de ernst en duur van het psychisch letsel van het slachtoffer”.

Gedragscode Behandeling Letselschade
Alle bij het Verbond van Verzekeraars aangesloten verzekeraars, waaronder ook Allianz, zijn gebonden zich te houden aan de beginselen van de Gedragscode Behandeling Letselschade. De GBL bevat tien gedragsregels voor verzekeraars, slachtoffers en belangenbehartigers. De GBL gaat uit van het zogenaamde harmoniemodel, omdat strijd tussen partijen belastend is voor mensen met letselschade. De gedragscode legt daarom de nadruk op mentaliteit, op gedeelde waarden en normen. Partijen werken samen aan een voor alle betrokkenen acceptabele schaderegeling. Waar mogelijk houden ze rekening met de belangen van de ander. Geschillen proberen ze in overleg op te lossen.